Bijlage C.
Portretten van leermeesters en vrienden van Van Goens.
1. | P. Wesseling (1692-1764):
naar schilderij in Gem. Museum Utrecht. Ik gaf de voorkeur hieraan boven het portret in de Senaatszaal der Univ. te Utrecht. De toeschrijving aan I.M. Quinkhard kan ik niet beoordeelen; maar den twijfel van den Catalogus, of het stuk wel P.W. voorstelt, acht ik volkomen ongegrond. De gravure van 1744 van P. Tanjé naar schild. v. Quinkhard is, ondanks verschillen, afdoende bewijs voor de identiteit; en het charter met keizerlijk monogram en zegel is volstrekt geen ongepast attribuut voor den historicus, die zich gaarne met de geschiedenis der M.-E. bezighield, den leermeester van Kluit. - Wesseling is hier een 25 jaar jonger dan toen hij Van Goens onderwees. |
2. | G. Bonnet (1723-1805):
naar gravure van R. Vinkeles (1783) naar schilderij van J. Maurer (naar ik vermoed van circa 1775). Gem. Archief Utrecht. Vgl. portret in Senaatszaal Univ. Utrecht en een gips-relief in Gem. Museum aldaar. |
3. | M. Tydeman (1741-1825):
naar fraaie pastel bij de familie Tydeman te Tiel. Deze zal T. voorstellen op ruim 50-jarigen leeftijd. De tot nog toe bekende afbeelding toont hem, naar gesch. portr. in senaatszaal Univ. Leiden, als ouden man van 70 à 80 jaar. |
4. | H. van Wijn (1740-1831):
naar teekening; in werkkamer van den Rijksarchivaris te 's Gravenhage. Schoon van later tijd dan zijn vriendschap met V.G., toch ouder dan de elders voorkomende portretten. |
5. | H. van Alphen (1746-1803):
origineele prent in Prentenkabinet Rijksmuseum Amsterdam; van circa 1794. De bekende veel jongere staalgravure van J.B. Tetar van Elven zal of hiernaar of naar eenzelfde voorbeeld als deze prent gemaakt zijn. |
6. | J.J. Schultens (1716-1778):
potlood-teekening in Univ. Bibl. Leiden. Ik gaf daaraan de voorkeur boven de geschilderde portretten in senaatszaal Univ. Leiden - dat lithographisch is gereproduceerd door L. Springer - en in Museum Lakenhal te Leiden, dat vroeger in bezit was van Maatsch. Ndl. Lk.; een zeer precieze nabootsing hiervan berust in de verzameling gedrukte en geteekende portretten van Leidsche hoogleeraren ter Univ. Bibl. Leiden. |
Zeer gaarne had ik nog een portret gegeven van Fr. van Lelyveld; maar alle nasporingen bleven vruchteloos, ondanks de belangstellende hulp ook van de familie. Evenmin vermocht ik op eenigerlei wijze portretten te vinden van Dr. J. Macquet, van Mr. Z.H. Alewijn, van Mr. N. ten Hove. Voor de velerlei vriendelijke medewerking, overal waar ik zocht, kan ik niet anders dan dankbaar zijn.