En zo verliest zich het beminnen, zelfs het haten;
hier baat geen goede vriend om mee te praten,
de zee is leeg, de schepen zijn verbrand
en aan die stilte voel ik mij verwant
sinds ik mijn eigen leven heb verlaten
dat na bleef soezen in het polderland.
Bovenstaand gedicht schreef Leo Vroman, door Rob Nieuwenhuys in zijn boek Een beetje oorlog ‘de onaantastbare gevangene’ genoemd, in 1943 in het krijgsgevangenkamp te Tjimahi op Java. Het papiertje met het gedicht voor Rob Nieuwenhuys bleef uit handen van de Japanners door hem te verstoppen in een schoongemaakte jerry-can. Ook een van de eerste hoofdstukken van Nieuwenhuys' Vergeelde portretten kwam daaruit na de oorlog te voorschijn. Aan R.N. is opgenomen in Vromans bundel 262 gedichten (blz. 47), uitgegeven door Querido.