Bijlage IIg
Pieter Verbruggen (1735-1786): Journaal van een Reijs uit den Haag na Breda en 's Bosch, tot het verpagten der Tienden etc, 1767.
Princen Hof. Na den Eeten ging het Geselschap na het Princenhof, / dat, ofschoon ouderwets, een zeer fraai Gebouw is, en gemaakt / door Graaf Hendrik van Nassau, omtrent het Jaar 1550: // 6.
Zie Tirion, Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, / 3de Deel, Pag. 209.
Men gaat over een brug, door een Poort van de Ordo com- / posita, waar boven het wapen van Oostenrijk met de spreuk / Plus Ultra, dat is, nog verder; onder het zelve ziet men / het wapen van Nassau Orange, 't welk door een Engel vast- / gehouden word; boven op het Frontispice staan 3 beelden, die / juist geen opmerking waar dig zijn; door gem. poort komt / men op het Bassecour, 't welk fraai met Linde boomen be- / plant is: door een alleen van dezelve, heeft men een zeer / schoon gezigt op de Stads wallen, die ook overheerlijk / beplant zijn: aan de linkerhand heeft men, bij het opkomen / het kasteel, waar van de Poort of Ingang van de Dorische / Order is, staande de Naam van Henricus tusschen de Triglifen / anders is het Gebouw na geene der 5 Orders gestigt, en selve / eenigsints van een Gottische smaak met smalle hooge vensters. / binnen in het kasteel vind men een grote vierkante plaats, / rondtom met gallerijen; tusschen de pilaaren zijn in gemetselt / fraaije Medailles, in steen gehakt en gebrontst; linksom door / de poort komende, vind men Theseus, Licurgus, Solon, Themisto-/ cles, in de hoek een Ornament, Alcibiades, Pelopedas, Aristides, / Pirrhus, Lisander, Alexander Magnus, Phocion, Demetrius Mac., / Dion Sirac., Hannibal, Simon Athen., Aratus, Demosthenes, / Plutarchus, tegen over de poort volgt hier op, de trap, die / van een seltsaame, hoewel konstige constructie is; aan de / andere zijde van deze opgang vind men de Medailles van / Seneca, Octav. Augustus, Galba, Antonius VIII, Cicero, Otto, / Julius Caesar, Pompejus, Sertorius, Sulla Cons., Tit. Quintus, / Flaminius, M. Cato Porcius, Marcellus, Pulus / Aemilius, in de hoek Constantinus Pater & Filius, Q. Fabius Max, M. / Furius Camillus, Publicola & Romulus. / Deze Anticques met vermaak besigtigt hebbende, gingen wij / langs bovengem. trap na de groote Saal, die de breedte van / 't gantsche gebouw beslaat, zijnde na gissing 36 vt breed, / en 156 vt lang, waar in 16 lantaarns en 3 kroonen
hangen: / tegen over den ingang is een kleine Capel, die niet veel bijson- / ders in sigh bevat. / Opkomende op gemelde Saal, gaat men links af door een / suite van 5 Apartementen, waar van het coup d'oeil, na de / voorzijde van 't Kasteel, admirabel is: in deze vertrekken / vind men de Familie van de Graven van Nassau in ouder- / wetsche Tapijten, die ofschoon sterk verschoten van couleur, nogtans // niet 7. onaardig zijn; in het eerste apartement vind men: 1, Adolphus / Comes de Nassau, Romanor. Imper. Obiit Ao. 1298, Uxor Imagin de Limburg, / 2. Otho Comes de Nassau, Obt. 1292, Uxor Agneta de Hokenlo, / 3. Henricus Comes &c Obt. 1323 Uxor Aleidis de Asten Solms, Alten Solms / Arnspurck. 4. Otho, Obt 1369. Uxor Aleidis de Viande. / In 't twede Apartement, 5. Ioannes Obt. 1400, Uxor ...... de Marck / 6. Engelbertus Obt. 1442, Uxor Ioanna de Polanen. 7. Ioannes Obt. 1425 / Uxor Maria de Loon. 8. Ioannes Obt. 1516. Uxor Elisabeth de Hessen. / In 't derde Apartement. 9. Henricus, Obt. 1536, Uxor Claudia de Chalon. / 10. Renatus de Chalon. Comes de Nassau, Princeps Auriacus, Obt. 1544. / Uxor Anna de Lotharingen. 11. Giulielmus I, Comes de Nassau, / Princeps Aur. Obt. 1584. Uxor Lodovica de Colignij. 12. Philip. Giulielmus / Com. de Nass., Pr. Aur. Obt. 1618, Uxor Leonora de Bourbon. / In 't vierde Apartement, alwaar men een Troon geplaatst vind, / geborduurt met de wapens van Oranje Nassau & Engeland, ziet / men de Portraiten van Philips Willem van Nassau, Prince van / Orange en zijn Gemalinne Leon. van Bourbon; Maurits; & Fredrik / Hendrik met Amalia van Solms; de schoorsteenmantel is zeer / fraai gebeeldhoudt; op dezelve staan twee, bij uitnementheid, schone / beelden, de Vrijheid & de Godsdienst, exellent geteekendt, en / van een zeer goede smaak. In 't vijfde Apartement / staat een Lit d'Ange van Rood flueel met goud; de schoor- / steen is extra fraai gebeeldhoudt, door Joan Claudius de Cock / Ao. 1694, die waarschijnlijk het andere snijwerk ook
gemaakt / heeft; voor gem. schoorsteen ziet men de vijf Sinnen, door / kindertjes vertoont; het Toorentje in de hoek bevat niets bij- / zonders. In een volgend Cabinet vind men twee zeer wel / geschilderde dessus de portes, verbeeldende Jagten van honden, / vogelen &c. hieraan komt een kleinder Cabinet, genaait / door Koningin Maria Stuart, op wit satijn met couleuren / zijnde ornamenten & in dezelve beeltjes, geëntoureerd van bloemen / aardig en kunstig gedaan; voor de schoorsteen is geplaatst / een spiegel, met een seer seltsaame gebeelthoudte Lijst, / zijnde een Circul, die rond draait in een, daar om geslingert, / Lint, alles van eijkenhout; hier op volgt een klein vertrek, / met wit satijn behangen, met couleuren gedrukt of ge- / schildert in Indiën; vervolgens een schoone grote Slaapkamer, / waar van het Ledikant & behangsel, alles door Koningin Maria / Stuart geborduurt is, waarlijk een grote blijk van de kundigheid / & naarstigheid van die brave Vorstin; hier door komt men / in een andere Slaapkamer, waar van het Tapijt, ofschoon / wat van couleur verandert, overheerlijk is, zijnde de // Historie 8. van Meleager en Athalante, na de schilderijen van de / grote Le Brun; voor de schoorsteen staat een Inscriptie, Hen- / ricus Comes de Nassau, zijnde de naam der Bouwheer of Stigter / van dit Hof. Het Cabinet naast deze slaapkamer is al- / leen een soort van doorgang om, aan de eene zij, in het Toorentje / aan de andere, in een zeer brillante Slaapkamer te komen, / waar van de Tapijten fraai zijn en een Romeinsche Offerhande / verbeelden, zijnde zeer goed van teekening, veel van 't anticq; / bezijden dit vertrek, is een seer soet Cabinetje, zeer gentil, / genaait door Koningin Maria, bloemetjes op wit satijn; uit / deze slaapkamer komt men in een 2e & 3e vertrek, dat grote / schone parade Apartementen zijn, met fraaije solderingen, ver- / ciert, die met ruiten & rosen een soort van Mosaïcq vertonen; / in deze eerste
parade kamer zijnde heerlijke Tapijten, aparent / na teekeningen of schilderijen van Maas, dat uit de paarden / klaar te zien is; het eerste stuk verbeeldt Prins Willem / de twede & Gemalinne, in 't verschiet de Bataille tegen de Spaan- / sche tusschen Brugge & Antwerpen in 't jaar 1643. In 't twede / stuk Willem de 3e & Gemalinne, in 't verschiet de passage over / de rivier de Boïne in Ierland & de overwinning aldaar in 1690. / Het 3e Koning Willem de 3e & Gemaline, met de Bataille / tegen Koning Jacobus de twede in 1688. / In de 2e Parade Kamer zijn overschoone Tapijten, zijnde de / Verwoesting van Jerusalem door de Romeinen; de stukken / boven de deuren, verbeeldende de Historien van Coriolanus & / Scipio zijn niet veel bijzonders. Deze 3 parade Kamers / aan deze zijde van 't Kasteel, zijn iets meer in de moderne / smaak, als die van de andere, en door Koning Willem ge- / bouwt; zij maaken eene fraaije suite uit, wanneer men bij / de schoorsteen der grote zaal staat, daar men de tour / rond gedaan hebbende, weder in komt; men kan behalven, / in ieder apartement komen, door middel van een zeer wel- / gebouwde Gallerij, die op de plaats zijn uitzigt heeft; / zijnde de kelders alle gewulft, die onbedenkelijk fraai, / en met de uiterste netheid zijn gemetstelt. / Het Kasteel is met een dubbele Gragt omringt, de Wallen / rondtom leveren fraaije Gezigten uit; van agteren schijnt / het gebouw niet voltooit door de uitsteekende steenen; men / ziet agter het zelve een oude Tooren, men verhaalde ons, dat / zo lang de zelve staat, de stad Dordregt verpligt is aan de / wagt op 't kasteel turf te leeveren; aan de agter zijde zijn / 12 grote & uitstekende steenen geplaatst, ter nagedagtenis van 't // turfschip, 9. waar mede Prins Maurits de stad innam in 't jaar 1590; / deze steenen, die na gissing de lengte van 60 voet uitmaken, deno- / teeren de lengte van 't gem. schip, 't welk in 't jaar 1625, wanneer / de Spanjaards onder Spinola de stad
bij verdrag wederom innamen, / verbrandt is, dog het roer is in een Magazijn, bezijden het Ka- / steel nog te vinden, wordende aldaar tot gedagtenis bewaart. / Men heeft hier op 't Kasteel ook een ronde Toorn, waar in / men in tijd van nood, koorn kan malen, door middel van 't water. / De Façade van 't Kasteel heeft haar uitsigt op een schoone / tuin, 't Valkenberg genaamt, dezelve bestaat in een wel aan- / gelegt bloemperk met standbeelden verciert, die egter niet / van de fraaiste zijn; en een schoon sterrebosch van extra / hoge bomen; aan de barrière vind men boven op de Wal een / Ipen boom, die men met zijn drien nauwlijks kan bevatten, & / dus wel 15 a 16 voet in desselvs circumferentie is; behalven / onder andere, ook nog een Essen Boom, die na gedagte wel 100 vt / hoog en zeer regt is.
Uit: G.C. Postma, ‘Met een Statencommissie op reis naar Brabant in 1767’, Handelingen van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant, 1943, 73-74.