De Rotterdamsche Hermes
(1980)–Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 265]
| |
No. 41
| |
[pagina 266]
| |
Is het niet een moedwillige laster de spreekwyzen van het schuim der menschen en Lucifers Rethoricâs bloemtjes daartoe uit te kippen? en is het niet eene brutaliteit, om het breken van een' wynroemer hel en verdoemenis aan te roepen? Geene eenige vergiffenis pleit voor het zweren, want niemant ooit met een' hartstogt tot vloeken geboren is. Het is eene overtreding die onvoordeelig is, want zelden wort hy gelooft die een Vloeker is van professie; ook is het eene feil zonder verdienste, dewyl eenige hartklinkende woorden en consonanten, zonder zin of studie aaneengeflanst, een compleet Vloeker uitmaken. Het wanschepzel Vloeken is gesproten uit de bezwangerde Baarmoeder van de Wanhoop, by luk, of liever ongeluk, door een Officier, die zyn gelt verspeelt had, gevonden, dewelke met die gasie zyn' Serjant voldeed; dees paaide wederom met die leening zyne Soldaten, die, kort daaraan, in qualiteit van Marynen tot eene Zeekaravane gecommandeert zynde, met die munt verscheide Kruijers en Slepers, die de Compagnies-Bagasie naar boort bragten, betaalden, en, t'scheep zynde, die nieuwe ontdekking aan de beleefde Zee-Officieren en gecivilizeerde Matroozen mededeelden; dewelke wederom met eene byzondere naerstigheit het zaat van de vigoureuste en rypste vloeken verzamelden, en dat, t'huis gekomen zynde, in de vruchtbare akkers van kussen en kroegen zaaiden; welk gewas, gelyk Duivels-warregaren, binnen korten tydt zoodanig vermenigvuldigde, dat'er nauwelyks een Heer, Koopman of Burger gevonden wert, die daarvan voor zyn particulier gebruik niet eene zomer- en winter-provizie opdeedt, om het zelve by alle voorvallende gelegentheden te konnen gebruiken; uit welk eene adelyke familie helaas! die zonde der Zweerders, die thans met zoo veel achtbaarheit den ryksstaf der Mode zwaait, gesproten is, en nu zoo verre geavanceert, dat zy, geklommen op publyke Schoutooneelen, ongestraft de heillooze grontregels van een' Gotschen Moor of den bloetschandigen hartstogt van eene geile Dochter durft opsnyden. Niet lang geleden ontmoette Hermes een' Hollantschen Grande van d'eerste Classe der Zweerders, een man die met vloeken en zweeren zoo familiaar was als Cephize met het Overspel, Koridon met wanbetaling, en Kapitein Snorker met leugenpraatjes. Anubis wert verzocht in eene huurkoets plaats nevens zyne zyde te ne- | |
[pagina 267]
| |
men, om langs het Scheveningsche Strant een zeeluchtje te rapen, doch naulyks had d'Oude de schyven van zyne stramme loopers gebogen, en zich naast de hant van eer geplaatst, of daar kwam een stilstant in de circulatie-raderen van die rollende hangkamer, veroorzaakt door eeneobstructie van twee wagens en een' sleede. D...sch Hoerekint (schreeude onze Salmoneus) wil je hier onder den blooten hemel een uiltje vangen, om by het uur of den klokslag betaalt te worden? Daar is geen vervloekter Dievenpak dan die weerlichtsche Huurkoetsiers en vermaledyde Wagenschelmen, Naneven van den Antek.... (vervolgde hy) waarom, Zak.... wort'er niet eene geltboete gezet om de gemeene wegen te verwyderen? Maar, ha, ha! daar is hoop voor de vromen, want de helhonden beginnen eindelyk te decamperen. Ja, ja (zei Hermes) dat zyn de rechte complimenten om den yzeren halsbant van de kaak te verzachten. Ja, Hopman (want hy had eertyts het commando over de kruiwagens van den Bisschop van Munster gehad) dat zyn de echte bezweeringen om den Duivel van traagheit uit de bezete kist van een' Paerdenbeul te bannen. Mort .... (riep hy) een D.... zou zich verknynzen wanneer men hem gelt afperste om zachter te ryden dan een kaerel op krukken loopen kan. Daar Verd.... daar, Hermes, staat wederom een vermaledyde groenwagen voor het huis van den Advokaat Woordenryk; dat Beest verslint meer Spinnagie en Kropsalaad dan de gansche Broederschap van de Warmoeziers op haar solemneel jaarfeest...... G...do.... zoo d'olie van ongerechtigheit die Rechtsgeleerde maag eenmaal doet walgen, zal hy aanstonts een compleet Lantschap uitspouwen... Bloethont.... Paerdedief.... Schobjak.... dryf uwe wielen over den buik van dien Groenlantschen Triumfwagen, of by hel en verdoe... ik zal je beide de ooren afsnyden, om ze aan den Notaris Schyndeugt, wiens gehoorlepels, uit hoofde van eene valsche getuigenis, door de schaar van de Justitie zyn afgeknipt, te vereeren. Dryf aan, Koetsier, of... of ik zal u den nek rondom je schouders draaien als een' Spaanschen bef. Schinder, Rakker, wacht je voor dien stinkenden Zeeotter, die zoo krom loopt als een Turksche boog, met een kriel vol verrotte Hagedissen; of, by myne eeuwige verd.... ik zal je met koets en paerden aan de strantgalg opknoopen..... Galgvogel (zei hy tegens den armen Vischdrager) indien je ooit weer onder myne oogen komt, zal ik je Finantiekamer, die hagelsche zee, van | |
[pagina 268]
| |
het Tolhek tot aan Gravezend toedammen. Met diergelyke en noch erger repetitien van welsprekenheit wert Hermes op het strant en in zyn retour naar de Haag geregaleert. Zelden struikelt Zedigheit op d'akelige baan van Gramschap: zy murmureert noit, en maakt nimmer hatelyke reflectien. Eene Vrou die tot schelden, en een Spitsboef die tot krakeelen geneigt is, deriveren hunnen geslachtboom van een en dezelve mistal. Een Spitsboef oordeelt dat het point van eer bestaat in gestadig den vochtel in de vuist te hebben, en hy verschopt, uit vrees van voor een' bloodaart gegroet te worden, alle maatregels van eene fatsoenelyke levensmanier. Eene scheldende Huisslang scherpt dagelyks de lancetpunt van eene eerroovende tong, om van hare heerschappy over het edeler Schepzel eene proef te geven; zy exerceert, als eene Tooneelkat, het talent van hare long, en foltert door serpentynsche verwytingen het gedult van een ongelukkig echtgenoot. Indien de man door eene menschelyke broosheit den vloet van die Visteefs-redenrykkunst tracht te stremmen, betrekken de wolken van gramschap aanstonts den hemel van hare behoorlykheden; hare schoone oogen schieten blixemstralen, en men hoort den donder met een groot gewelt langs de elpenbeene rotzen van hare sneeuwitte tanden kraken. Voorleden maandag bezocht Hermes een Heer, wiens trony door eene opgekropte patientie geeler was gekleurt dan Ga naar voetnoot* Gezegelde aarde. Deze Hals, die zoo veel authoriteit niet bezat dat hy de kat dorst verbieden, liet zich ontvallen (waarschynelyk door eene inblazing van den geest der oneenigheit) dat Mevrou te veel Porcelein overhoop haalde.... Aanstonts stortte Madame in eene draajing des hoofts, klom op den hexenbezemsteel van scheldlust, lei twee geweldige handen op de paruik van den Martelaar, ontblootte zyn hooft van die blonde kroon, en stampte dien hairigen Diadeem onder hare wankelende voeten; zy wrong hare handen, opende de kranen van hare oogen, ontlastte door zuchten haren blanken boezem van de opstyging der scheldende humeuren, en eindigde met eene protestatie, dat zy, d'ongelukkigste Vrou onder de blaauwe trekmuts der wolken zynde, levens zat, en tot alle ongelukken geboren was. Hermes nam den spiegel | |
[pagina 269]
| |
van haar toilet, vertoonde haar de verwildering van twee schoone oogen en vele aanlokkelyke liniamenten.... Fluks wert het onschuldig glas door eene schielyke greep uit zyne bevende pooten gerukt, en door een' hartelyken worp tegens den voet van eene gueridon in duizende starren verandert. De bonte muts van Majâs Zoon vergezelschapte de paruik van myn Heer, en hy ontvluchtte die razende Bacchante onder d'opborrellende eertytels van Ouden Suffer. Uitgedroogden Egiptenaar, Papierbekladder en Loonzuchtigen Seconde van alle Vrouwenplagers. Atque deos atque astra vocat crudelia Mater. | |
Eene fricasse' van kourantstof..De Akteurs en Aktrices te Stokholm, zynde alle jonge Heeren en Juffers van distinctie, zyn, na het vertoonen van eene Fransche Comedie, deftig aan het hof onthaalt. Hermes heeft meer dan eenmaal door behulp van de Astrologie het volgende raadzel (doch vruchteloos) trachten te ontwarren: Waarom d'Adel en de Besnedenen Israels zoo hongerig zyn naar het Wiltbraat van 't Tooneel; en waarom zy met de boter van overvloet de gelardeerde Konynen van de Opera, en de beschilderde Quakkels van den Schouburg, dewelke zoo sappig zyn als de kurk van een Terpentynfles of verouderde puimsteen, bedruipen? Want de Messager der Goden heeft beleeft, dat de Hertog van .... de zoetste Schoonheit van Polen aan het Spaansch root en de verslenste bekoorlykheden van eene Operatrice sacrïfieerde; dat Milord .... als een andere Endymion, de korte en lange nachten in de piepende omhelzingen van eene Maraansche Puis doorbragt; dat de door alle natien gevisiteerde la Rosidor de Afgodes was van een' Grande d'Espagne, die meer Peruaansch gout in dien Hebreeuschen smeltkroes dissolveerde dan een eertyts vermaart Generaal der Voerluiden in paerdenloopen, of de Heer Kwistgoet in het naspeuren van den steen der wyzen. Die Tooneelpoppen slachten de Lichtmissen, en zyn voor haar' tydt versleten, om dat zy post à post leven. Zy vergaderen uit den Apothekers-winkel van eene bezalfde toilet hare lelien en rozen; hare ligchaamsbekoorlykheden zyn zoo smakelyk als geklutste room, en ze | |
[pagina 270]
| |
zyn de Trompetten van den verliefden Roelant of Amadis van Gaulen; zy zingen onder het verslinden van hare minnaars als Siciliaansche Zeesirenen, en gebruiken gemeenelyk een' betoverden schilt voor of- en defensivewapenen. Eindelyk, door het ongetemt paert van Onkuisheit te pletteren gereden zynde, verbranden zy, als een modern Troije, door den gloet van gecombineerde toortzen; en verstikken, als een Fenix, in de assche van een Lykvuur, zaamgestelt uit Pokhout, Sassafras en Salsaparilla. Te Parys zyn onlangs drie voorname Financiers, de Heeren Argenson, Chamillard en Desmarets overleden, door welk verlies de resteerende Financiers thans maar toeleggen om door de schroef van zuinigheit het resteerende gout uit te rekken. Indien de ligtgeloovige Gaulen den Schotschen Hartdraver, die hunnen Financie-wagen aan 't hollen bragt, in de hakken hadden gehouwen, zy zouden tegenwoordig die bedroefde Deugt, Zuinigheit, niet behoeven te practiseeren: en indien Albion de geweze Directeurs van de Zuitzee-Conkubyne aan de directie van Jak Ketch, den Ceremoniemeester der Struikroovers en Gaudieven, geliefde over te leveren om de Aktien van Acheron te bestieren, het is waarschynelyk dat zulks de overkokende gemoederen der misleiden zoude stillen, en hen in de afgebroke sluimerkoorts van eene gewaande voldoening herdompelen. Monsieur Graissin liet onlangs 60000 livres by een particulier ontfangen, dewelke hem die somme in goude Louizen met een' valschen stempel betaalde. Het is remarkabel, dat eene konst, waarnaar een ieder zoekt, gestraft wort met het Vonnis der Oliekoeken. Hermes heeft in zyne jeugt een Vernufteling gekent, die men zeide dat, van het drukken der letteren tot het drukken van zilvere medailles overslaande, daardoor met zoo veel succes was geavanceert, dat hy op dat talent paert en chaize voor zyne dagelyksche fatigues, en voor zyne nachtrust eene Merry, die verscheide campagnes onder een' Generaal-Wagenmeester gedaan had, kon onderhouden. Doch die loffelyke kunst viel onder de censure van haat en nyt, die hem zoo dicht voet by voet vervolgde, dat de bedrukte Konstenaar door een' Bannissement-Obligatie-brief moest delogeeren. Naderhant teelde een Brusselsche Virtuoso in het onderaartsch gewelf van een adelyk slot kourante | |
[pagina 271]
| |
goude medailles, a negen guldens en negen stuivers het stuk; doch hy wert desgelyks met eene verzending beloont. Ja het is noch versch in het veroudert geheugen van Hermes, hoe een ellendig Heiboertje (natuur verkiest dikmaals een broos vat om daar konst en wetenschap in te storten) zich uit ootmoedigheit met de republikynen de mollen in een' kuil associeerde, en door het Spargirisch instrument van een oud yzer stempeltje, de Meijery van 's Hertogenbosch met nieuwe kopere duitjes accommodeerde. Maar helaas! het duisterste der vier elementen kon geene schuilplaats verstrekken voor de leepe oogen van den Nyt; d'arme Muntmeester wert ontdekt gelyk het Vroutje van Efezen, uit zyn gewillig graf getrokken, en vorder gehandelt als de nieusgierigen in de Archiven van het Raathuis konnen nazien. | |
Het derde gericht.Odi imitatores. De Drukpers bezwykt onder den last van dagelyksche overzettingen en nieuwe editien, en niemant wort afgeschrikt, schoon d'Overzetter, naar mate dat zyne voluminaas zwellen, in eene teering van onkunde stort. Dus ziet men dat Koopluiden, verlekkert op de voorgaande winst, meer en meer d'ongestadige zee betrouwen; dat Spelers op nieus een sommetje wagen, en door deux-aas de winst van beide de zessen verdobbelen; dus ziet men deftige oude Autheuren met Schoolnoten ontsieren: en, op dat die laffe compost niet zou walgen, worden de Lezers met ronde prentjes van allerlei ongediert en een Vorstelyk Conterfeitzel gepaait. Dus heeft Salomon de Kwakzalver, door eene Asbeers- en Nachtwerkers-vertaling, Homeer op nieu d'oogen uitgestoken; en dus is Ovidius door eene Translatie, Baarbaarscher dan de lantstreek der Geeten en Sarmaten, wederom in ballingschap herzonden. Was Virgilius zoo bevreest voor de straf van overzetting, waarom hem op heden met het voornaamste instrument van zyn' haat gepynigt? zou men mogen vragen. Doch Hermes dunkt u den eenen of anderen Kwylbabbe dus te hooren stamelen: Heeft Virgilius den dronken Ennius en bedelenden Homeer niet nagevolgt? Heeft zich Horatius niet gesnaart op de lier van Pindarus? Ja, zy hebben die goutmynen ontdekt, doch het gout van de erts gesepareert; en zy hebben hun staal verbetert, en den vloek ontvlucht. Maar wanneer wy de lierzangen aan rym | |
[pagina 272]
| |
binden, en, om de noten te doen beijeren, het muzyk van den zin verliezen; wanneer wy met kracht en gewelt de Siciliaansche jeugt van hare kudde afsleuren om de Hollantsche Melkboerinnetjes te verkrachten; en de Italiaansche Nimfen met de Veenboeren doen turftreden; de Bruiloft van een' Kopersmit met een Visschers- of de Lykbus van Schoolmeesters met een Herderszang versieren.... dan vallen wy in 't onnozele, in 't kinderachtige en in het onnatuurlyke. Laat ons liever het eigen gereet linnen aanpassen; het Inlantsch geweef van een' Nederduitschen worm zal altoos eene zinnelyke huit, schoon de web dun is, aangenaam zyn. Gisteren wert Hermes vereert met de vierkante tegenwoordigheit van een' ouden Grasboer, die zich beklaagde dat de Schout van .... hem drie dagen zonder de allerminste reden had vastgezet, en noch daarenboven in eene boete gecondemneert. Vertel my eenige particulariteiten; zei de gryze Anubis. Myne memoriezon (sprak de Klont) was ruim tot over de helft door een' eclips van out bier en genever verduistert, wanneer ik over 't verzaken van een troefblad met den Koster braaf plukhairde, en daarenboven, om dat myn Schoonzoon een glazemaker is, met een' klaustok de meeste ruiten van zyne wooning repareerde. Wel, Kinkel (repliceerde Hermes) oordeel je dan noch onschuldig te zyn? Ja Hermes (hervatte hy) Indien hy een vroom en eerlyk Schout was geweest had ik schult. Maar tusschen u en my, 't is pas drie weken geleden dat hy zoo smoorzat was als een Ketellapper; en had ik hem toen niet met de ooren, gelyk een steene kruik uit de Wetering opgebeurt, hy had moeten verzuipen gelyk een koebeest.
Sr. Hermes. Ik ben een jongman van geboorte, een Jood van Religie, en een Chokolaatmaker van ambacht. Onlangs was ik in Londen, waar ik eene Engelsche Juffer beminde, en van haar bemind wert. t'Zedert myn vertrek is zy van haar man verstooten, en, op 't onvoorzienst, zeer slecht van wand en touwerk voorzien, overkomende, adresseerde ik my aan een' ouden woekeraar van onze natie, om eenige penningen, noodig tot hare reparatie, te negocieeren. Die oude dief wert begeerig om dit overspelig bootje te beschouwen, het geen ik helaas toestont. Hy kreeg'er aanstonts zin in, kocht het met contante zilverlingen, takelde het voor zyn eigen gebruik netjes toe, en is'er thans alleen Stuurman op. Adviseer my eens, Sr. Hermes, wat ik in dit geval doen moet, en ik zal u uit volle rookvaten Chokolaat met Amber de Gris en Banillie opofferen. Ik ben
Uw E: Onderdanige Dienaar.
Hermes zal dit cas aan den lieftalligen Argus, die volmaakt weet hoe d'echtscheidingen van die natuur smaken, met ap- en dependentie overzetten. |