De Rotterdamsche Hermes
(1980)–Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 233]
| |
No. 37
| |
[pagina 234]
| |
gique? de ooren van den Ouden troffen, die daarop aanstonts de deur van Leeuwenburg opende, en een' kunstenaar, wiens vleeskleur ten naastenby het lelywit van een Westfaalsche ham bereikte, en wiens kleet veel overeenkomst scheen te hebben met de linnenliverei van een' schoorsteenveger, gewaar wert, die hy niet alleenlyk door het omdraaien van de valbrug tot overkomst noodde, maar zelfs door d'oblique stralen van de voornoemde lamp den overgang begunstigde. Wanneer die Virtuoso in d'antichambre, die op den Oudendyk haar uitzicht heeft, gearriveert was, zag Hermes met verwondering een Toverlantaren in de handen van den Muzikant (ô vermogen van 't geval) en verwierf door eene beknopte harangue, geaccompagneert met een geschenk van twee Amsterdamsche dubbeltjes, een gezicht dat tydt en eeuwen zal verduuren. Wanneer Monsieur le Savoyart de werktuigen van zyn konststuk behoorlyk had gestelt, zag Hermes, na dat de Zon en Maan waren gepasseert, verscheide byzonderheden, die hy zynen Lezer in eene samenspraak zal trachten mede te deelen, zullende met de aanspraak van den Savoyart, als zynde de waerdigste, een begin maken. Savoyart.
Daar is Monsieur le Cardinál Alberony.
Hermes.
Dat 's Mazaryns gezicht en Machiavellis trony.
Ik ken dat staatsgezag, dien brak van 't kabinet,
Die op 't trots Albion zyn moortmes had gewet,
En wiens Sejaans-beelt, steun van een' driedubblen
zetel,
Thans van 't gepeupel wort gesmolten tot een' ketel.
Savoyart. Daar is Monsieur Law, de bron en Goutmyn van drie Natien. Hermes. Ja dat is die gesublimeerde Financier, die, geboren op de bergen van het Ga naar voetnoot* Duister lant, uit onbekende Ouders en een aartsch Stamhuis gesproten, en meer by geval dan door verdiensten vergood, tegenwoordig in de wellustige paleizen van Venetien het vleesch en bloet der ligtgeloovige Franschen aan de gapende muilen der nooitverzade Wolvinnen (Courtizanes genoemt) ten besten geeft.
Ryt van d'oneedlen nek 't gestolen praalgewaat,
Gauloische Jeugt, en hang het schrikdier van den staat,
Op wiens gelaat men ziet 't Korintisch koper schynen
| |
[pagina 235]
| |
In d'uitgeputte goude mynen
Van Quinquampoix, die als een Ariadne treurt,
Of als een Pleiter die den strop
Heeft om den hals; of wel den bout krygt op den kop,
Ontzint het kleet van zyn' papieren rykdom scheurt.
Savoyart. Daar is Monsieur le Baron de *** Hermes. Ja die Baron heeft het wiel van de fortuin gefixeert, en ik bespeur (niet zoo klaar als den hemel, gelyk onlangs zeker Regtsgeleerde uitnement mal apropos in een pleidoi avanceerde) maar wel als het zonnelicht, dat men somtyts de Lukgodes spoediger door een reeks van ondeugden en infamien wint, dan door een reeks van deugden. Eerzucht zet den mensch aan tot de laagste, lafhartigste en slaafachtigste diensten; en dus ziet men, dat klimmen door het zelve postuur wort volbragt als kruipen. Savoyart. Daar is Mademoiselle la **** Hermes. Ha! ha! die Egeria, die de ziel van den Modernen Numa metnocturne inspraken van eene overspelige liefde opvult! een hel, die altoos meer eischt, en een vagevuur dat altoos als een glasblazery vol vuur en brandende stoffe is!
Haar hals kan nauw 't gewigt der paerlen onderschragen.
Haar knïen bezwyken door den last
Van gout, fluweel, satyn, damast.
Noit zag men inlantsch kruit uitheemscher vruchten
dragen.
Savoyart. Daar is Monsieur le *** de voornaamste Poëet van Vrankryk in Hollant. Hermes. O die Zanger is op zyn Jordaans geverft, en ik geloof dat hy die kleur meer aan Madame Genevrina op Framboizen, dan aan den waterval van Helikon verschuldigt is. Hy heeft gelyk, want water, zoo het niet linea recta van den Wynstok gedescendeert, of, door het vuur gedistileert is, maakt op zyn allerbest maar Rasphuis-Poëten: en ik geloof dat wy de meeste koude vaerzen aan het waterdrinken der Dichters moeten toeschryven. Water is onmagtiger om een Poëet voort te brengen, dan de Koffi een Staatkundigen. Door drinken werden onze oprechte Voorouders befaamt; en Gravesche Wyn was d'eerste verf die hunne Staats- en Oorlogs-Tabberden kleurden. Een Pool zal zelden zonder Wyn, een Engelsman zonder strong Ale, en een echt Dichter zonder een' halven roes wel zingen. Wanneer de Geneesheeren G...dienstig, de Advokaten gedisintres- | |
[pagina 236]
| |
seert, de Prelaten mager, de Liefhebbers van 't Zeekint vet, de Studenten zedig, de Kamerpoppen kuisch, en de Valsche Speelders oprecht worden, dan zullen de Waterpoëten, wier Officie min profitabel is dan dat van Waterschout, de dunne ooren der competente Dichtkunde-Rechters genoegen geven. Savoyart. Daar komt Madame la Contesse..... Hermes. Halte! halte! mon Ami. Men moet Madame de Maintenon qui pisse, noch de twaalf Roomsche Keyzers in een' kriekesteen niet op een' en den zelven tyt laten zien. Men moet niet alles klappen wat men weet; dan ware 't beter dat men u vertelde hoe natuurlyk de werelt thans naar een Oostindies Schip, dat met gekken en deugnieten geballast is, gelykt; hoe een eerlyk man, die de gestole stralen van eene gulde Zon misacht, voor onzinnig, en een Hofnar, die op alles amen zegt, voor een compleet Hoveling gehouden wort; hoe men alle vogels wilden doopt die in de netten van intrest gevangen worden; hoe het veinzen eer, en oprecht te zyn schande is; hoe..... maar wy zullen van nu tot over acht dagen dereformatie van deze eeu aan onzen Vrient, den Argus, dien waerdigenReformateur, overlaten, en alsdan het vervolg van den Toverlantaren afweven. Kourantstof; Lezer. Uit het Kostuimhuis der overtredingen, het droevig overschot van zoo vele Keizers Troonen, schryft men, dat de Gouverneur Falconieri op den 7 dag van eene doodelyke ziekte, door eene schildery van O.L.V. del Rosario, aan hem door eene onbekende Juffrou ter hant gestelt, genoegzaam genezen is, welke Juffrou de ligtgeloovigen vaststellen dat geweest zoude zyn de gelukzalige Juliana Falconieri. Die verschyning zal de devote Knopjes van O.L.V. van den Rozenkrans, die apparent door de laatste vorst zoo wel als de Perzikken en Abrikozen bevroren zyn, weer uit doen botten. Het is jammer dat Papa Klemens niet eene diergelyke visite heeft gehad, doch die was mogelyk te out om door 't gebruik van Rozen, gelyk d'Ezel in Apuleus, gecureert te worden, en zal zich met distels en doornen moeten patienteeren. Hoe gelukkig is die Gouverneur Valk, die in dootsnoot eene beata onder zyne familie rencontreert om de doot leugenachtig te maken! Zoo gelukkig is een geruineert Pleiter die eene schoone Solliciteuze aantreft; en zoo gelukkig is eene bejaarde Kamerpuis die een' verliefden Duitscher ontmoet, want die handelt | |
[pagina 237]
| |
zyne Maitres gelyk zynen wyn, dien hy tot de moer toe schoon uitdrinkt. Maar hoe dat wonderwerk by de andere geschore Financiers gerespecteert zal worden, moet ons 't vervolg leeren; want die d'eene L. Vrou opvyzelt, onderdrukt de andere; die d'eene een Godin maakt, herschept d'andere in een spook. Ook is het niet natuurlyk, nadien de meeste Monnikken, gelyk Haagsche Spitsboeven, op de vrouwen moeten subsisteeren. Zy teeren op het foeminine Kalfs- en Schapenvleesch gelyk Rynsche Wyn op raau Runtvleesch: en dus komt het (zegt Hermes) dat de eene muis zich te barsten vreet, terwyl d'andere van honger sterft. De berichten van de Hooftstat die langs den Theems gesticht is, informeeren ons, dat de Ridder Caswel, na dat hy schuldig verklaart was (more Latronum) een zeer weemoedig vertoog had gedaan, ten einde zyne sententie te verzachten. Hermes verwonderde zich niet, al waren de tranen van dien Ridder tot paerlen gestolt, gelyk die van Rozalyn, want hy heeft'er door zyne papiere Duikers verscheide Barken vol uit de Zuitzeebanken opgevist. Indien eene gedwonge weemoedigheit het strafvonnis verzachten kon, zou men alle zes weken zoo veel Ridders van den gemeenen weg niet in Pelgrimagie zien gaan naar O.L. Vrouwe van Tyburn, om van alle ligchaamsplagen ontheft te worden; en indien men aan die Santinne alle de krukken en breukbanden van de Patienten, die zy door eene Manuale Operatie van hunne verouderde kwalen gecureert heeft, had opgeoffert, zou'er de Kappel van Pater Markus ab Aviano zoo veel by hebben als de bekende West by het tot noch toe niet terdegen ontdekte Zuiden. De Bisschop van Rochelle heeft het portrait van Pere Quenel uit een vertrek der Urselinen wechgenomen, en gezegt, dat die Pater zoo veel wanorder in de Kerk gebragt had als Monsier Law in de Finantie. Die comparatie zou, op een' onpartydigen toetssteen gestreken, geen strikte examen konnen doorstaan; want zoo men defensiven weerstant eene wanorder noemt, kan Hermes niet bevroeden waarom men dan den H. Klemens, die aanleider en uitvinder is van den Stier Unigenitus, geen dwingelant noemt, ten ware.... om dat de Kardinale deugden van Romens gewetensdwang in den omtrek van eene blinde Inquisitie zyn bepaalt; en dat die contraversien in 't gemeen eindigen gelyk de Treurspelen, dat is, door Vergif, Vuur, | |
[pagina 238]
| |
Zwaart of Strop. Die krachtige weg van redeneeren mist zelden; derhalven zou Hermes (indien Papa met de driedubbele Piramidale Klapmuts een' tant uit zyn' mont tegens een die reets uitgetrokken was wilde verruilen) eer die billyke presentatie aannemen dan 'er beide de Kakebeenen aan wagen. In Londen hebben de Kleermakers Gasten by request verzocht, dat ze door hunne Advokaten tegens de Bil gehoort mogten worden, waarby hunne Dagloonen worden gereguleert. De Heer Swift geeft ons in zyn berucht vertellingkje van de Tobbe, eene volgeestige beschryving van de Snyders. Dit zyn zyne eigen woorden: Omtrent dien tydt verrees'er eene gezintheit die veel geruchts onder de luiden van fatzoen heeft gemaakt. Deszelfs Aanhangers eerden een' Afgod, die dagelyks Menschen schiep door eene manifakture werking. Die Afgod was op een Autaar, ruim drie voeten hoog van de vloer, geplaatst, zittende op eene oppervlakte, met de beenen kruiswys onder zich, gelyk een Perziaansche Keizer. Hy voerde een Gans in zyne banier, en rekende zyn afkomst van Jupiter Capitolinus. Men zag aan zyne linkerhant, beneden den Autaar, eene open Hel, om alle de Schepsels die hy dagelyks schiep op te snappen. De Priesters van dien Afgod wierpen gestadig (tot voorkoming van dat ongeluk) stukken van die onvolmaakte substantie, en somtyts geheele levende ledematen daarin, dewelke die verschrikkelyke gulp aanstonts inzwolg. Voor de Reliquiekas van de Gans wert dagelyks dat Dier, dat op menschenbloet aast, geoffert, het vermaak en de favoriet van den Ga naar voetnoot*Egyptischen Cercopithecus. Ieder dag werden 'er millioenen van dit gediert geslagt, om den honger van dien subalternen verslindenden Afgod te voeden. De voornaamste Afgod wert als Uitvinder van de Elle en Naalde geëert. Doch waaruit zulks sproot is als noch aan Hermes onbekent; mogelyk dat de verlichte Argus, die eertyts zoo meesterlyk met de Elle in zyne katoene fortificatie geschermt heeft, den Lezer daaromtrent nader licht geven zal. Ons wert uit de Hooftplaats van Sinte Genoveva bericht, dat de Turksche Ambassadeur Mehemet Effendi een uitnement beschaaft man is, en z.v. Dat politesse niet erffelyk is, kan Hermes gemakkelyk door de brutale conduite van verscheide moderne luiden van geboorte probeeren; maar hy zal thans liever de beschaaftheit van twee Am- | |
[pagina 239]
| |
bassadeurs (wier meester meer in menschenvleesch dan Senegaalsche Gom handelt) den Lezer voordissen. Eenige jaren geleden was een Ambassadeur van Marokko in een paleis even buiten 's Gravenhage op het Bal, dat gegeven wert door eene voorname Princes, die naderhant drie magtige Koningkryken heeft beheerscht. Deze Vorstin wert den Afgezant gewaar; en ziende dat hy met veele opmerking de Dames belonkte, liet zy hem door Mademoiselle S***, hare Dame de honneur, vragen, welke Dame zyn Excellentie de schoonste van het gezelschap oordeelde te zyn. d'Ambassadeur, na dat hy deze schoone Ambassadrice voor eenige oogenblikken geadmireert had, antwoordde door zyn' Tolk met eene groote modestie dit volgende: Tot noch toe, Madame, heb ik myne oogen niet durven openen om hare Koningklyke Hoogheit te beschouwen; maar ik geloove en ben verzekert dat zy de schoonste is, niet alleen op dit Bal, maar zelfs op den geheelen aartbodem: doch ik neem de vryheit om Madame te vragen, of uw E. een Engel is of wel een sterffelyk Creatuur? Onder de regeering van Anna, Koninginne van Groot Brittanje, was 'er een Afgezant van den Koningk van Marokko aan dat Hof, die, zyne afscheits-audientie bekomen hebbende, door de voornaamste Hofdames (voor dewelke hy altoos eene byzondere achting had betuigt) wert gevisiteert: Milady **** was de Spreekster van dit schoone Parlement, voor het welk het Hoogerhuis moest submitteren, die zyn Excellentie uit den mont van alle de Engelsche Dames verzocht, dat hy zyn Vorst wegens die Ladies zou gelieven te begroeten, en dat zy eenpariglyk verzochten, dat het zyne Majesteit, indien hy wederom een' Afgezant naar Engelant overschikte, gelieven mogte, aan hem, van wien de Albionsche Sex zoo vele beleeftheden genoten had, die eer te confereeren. Hierop repliceerde de Gezant met eene groote politesse: Noit zoude Uw E. Dienaar, Mesdames, die boodschap aan zyn' Vorst durven doen: want indien ik 't geringste gewag maakte van de aanlokkelyke geest- en lichaamsbekoringen der Engelsche Ladies, zou hy my niet alleen dat paradys misgonnen, maar aanstonts zelf overkomen, en alhier tot zyne laatste sterfuur resideeren. Het is met leetwezen, dat ik, de gewoonte van uw lant rakende, de veelheit der vrouwen moet blameren, zeide Mevrouwe ****, die zoo schoon als een Engel, en zoo verstandig was als Anna Maria Schuur- | |
[pagina 240]
| |
mans, tegens den Ambassadeur van Siam: die, geen minder Hoveling dan de twee voorgaande zynde, prompt antwoordde: Wy zouden'er waarlyk maar eene eenige nemen, indien'er in Siam zulke schoone en volmaakte wierden gevonden als Madame. Dat een iegelyk van dat sentiment niet is, blykt uit het volgende. Een zeker Heer, die aan een vrient de doot van zyne huisvrou overschreef, bediende zich van de termen van den Outvader Augustyn: Quam suave subito factum est, carere suavitatibus! Hoe zoet is het die zoetheden te ontbeeren! | |
Waarschouwing.Het schynt dat de Afrikaansche vruchtbaarheit in het voortbrengen der Monsters zich heeft neergezet na by Pampus; want voorziende dat Argus, haar Gunsteling, zonder een mannelyk oir na te laten, delogeeren kon, baart, of liever werpt zy aldaer een' mismaakten Diogenes, die zyne eerste intrede doet zonder vinding, konst, natuur of oordeel. Hermes oordeelt het raatzaam te zyn, dat Wanschepsel in zyn' eersten wedloop als een anderen Faëton te stuiten, te blixemen, en in het Y te verzuipen. Neen, Diogenes zonder Lantaren, daar zyn reets menschen genoeg door de Circers-bokaal van schryflust in Zwynen, Ezels en Uilen verandert: laat dat geslacht eerst uitsterven, en plant dan nieu onkruit; want Hermes durft u verzekeren, dat uw slaapverwekkent papiertje, eer het naar d'onsterfelykheit zal gaan, door de blinkende vingeren van naugehuisde Boter- en Kaasverkoopsters zal moeten voltigeeren. | |
Advertissement.Den Haarlemschen Kourantier wort verzocht uit den naam van eene Societeit jonge Dames, die wekelyks zyne nieustyding om het schoon papier en fraaie letter lezen, in het toekomende geene onkuische Syllabe by het woort Commissaris te voegen; want de jeugt is zoo ervaren in de spelkunde, dat zy zonder behulp van een Dictionaire, ja zelfs door een' eenigen vinger die aanstootelyke syllabe konnen onderscheiden.
Sr. HERMES. Myne Maitres is blont als vlas, en jonk als Hebe; ik ben grys als de winter, en ouder dan de tydt. Wat is uw oordeel, indien deze twee compositien in de glaze fles van 't huwelyk vereenigt, en door 't balneum Mariae gedistileert wierden, dat daar uit zou voortkomen, he?
Uw Vrient DIASATYRION.
Hermes' Cornibus armata besiia aut Ramosa cornua. |