uitwaassemen, dan een Eerzuil te
fondeeren op de puinhoopen van windblazen en Grossiers een
Fransch geduld; en, in Chimeerzalf. Ik heb, vervolgde hy, zonder de
Lyftrauwanten van vier Offiçien, benevens de Zwitzersche
Sauvegarde van tien duizend guldens, zoude ik u voor de vuist
demonstreren, dat de ouderdom een groote avantagie in
conversatie bezit: want dewyl de Man met de gryze manen, anders de Tyd
genaamt, door de onbarmhartige trektangen van jaren alle myne Reliquien
van St. Apollonia heeft uitgerukt, is het spraaklid onbelemmerd: en hoe minder
dagen een gryzaard verwagt, hoe meerder hy van de prensente oogenblikken
tragt te profiteren: dog boven alle verwagting, pauzeerde de vergulde
Orateur. Waarop Hermes vrymoedig repliceerde, dat zyne
argumenten waarschynelyk, dog geene waarheden waren: dat'er wel een
aangename schynbloos op de schil van zyn Twistappeltje lag, dog dat het
inwendig wormsteekig was; dat hy onlangs te Brussel iets had
geremarkeerd 't geen zyne stelling krachtig favorizeerde, namelyk, dat,
hoe veele waaghalzen van den bezeepten spriet, die de waterprys verbeeldde, in
de vaart tuimelden, zulks nogtans de andere Competiteurs niet
afschrikte, maar ter contrari vleugels byzette om die belooning te
meriteren, het geen de Lukgodin, als een vrou die het met de jeugt houd,
een jong borst liet toekomen. Dat die Tuimelaars hem voorkwamen als de
Auteuren van den Rotterdamschen Saturnus, den Mensch
ontmaskerd, Fabrikeur in Brieven, Schuitpraatje, Reizenden Momus, en
diergelyke; maar dat Hermes zig aan het kwaad succes van zyne voorzaten
geenzins stoorde; dat hy zig verbeeldde dat de Titel zelfs hem wel eenigzins
zoude reconciliëren met de beide Sexen van het eerste
fatsoen, wier eerelyk wonden, meest van voren, hy door de Chymicale
Electuarien van zynen Arkadischen Jongeling, gelyk hem Palingenius in zynen
Sodiak des Levens doopt, had weten te soulageren. En belangende het
attacqueren van een zwakke Fortificatie, dat zulks geenzins
applicabel was op den ontsaggelyken en tot de tanden toe doorgeleerden
Argus, vermits die onversaagde Schryver, in spyt van
dien zilten plas tusschen den Amstel en Groot Brittanje, dagelyks die drie
Koningryken durfde affronteren: dat hy meer dan eens over de besneeude
Alpen en steile Pireneën, als een andere Ikarus, door behulp
van vreemde pennen had gevlogen; ja dat de Barriere tusschen den Leeu en
de Lelyen,