ge mogt zijn. - Het moeten aangenaame verrasschingen wezen, na zoo veele verdrietlijkheden in elkanders armen terug te keeren. - Ik heb het altijd wel gedacht, dat het kalf sa mère zou vinden, dat was natuurlijk. - Maar hadt gij, frederik! ook soms zulke malle caprices niet gehad, dan was de zaak immers reeds lang geschikt en uit de waereld geweest; maar neen, gij moest broulleeren en, wel ingezien, om eene malle opvatting. -
Uw inval, om de jonge luidjens uit ons huis te doen trouwen, behaagt en bevredigt mij weêr met u; want daarin zal ik mijn vermaak en eer stellen. - Dat zal eerst eene vrolijke bruiloft geeven! - Madelon zal het dan eens goed roeren - danssen zal wat moeilijk vallen, maar anders zou er geen mensch vlugger zijn. -
Ik zal dus alles in gereedheid brengen om u met het gezelschap aftewachten - laat vooral niemand achter blijven; - maar kom toch spoedig, want gij weet niet welke uitwerking deeze blijdschap op mijn rond ligchaams gestel hebben kan. - allons, hatez-vous un peu; want alle onze wenschen zijn vervuld; daar te boven wil ik u liever t' huis hebben; madelon mint u te teder om lang van u te kunnen afzijn; doch van mijne liefde, omtrent u, nu geheele bladen vol te krabbelen, laat mijn huishouden niet toe. -
Wat dunkt u, frederik! daar heeft jeannette mij alleraangenaamst verrascht; zij is daar onverwacht overgekomen; haar Heer ging voor eenigen tijd uit de stad, en knap heeft zij