onze oude vriend, heeft haar niet slechts gezien, maar, zoo ik verneeme, zijt gij aan hem uw geluk verschuldigd, dat gij uw verlooren geachte Echtgenoote weder zult mogen omhelzen; hij heeft zelf de persoon, die dit blijde bericht bracht, tot Lenth vergezeld, en is toen in allerijl terug gekeerd. - Wij zullen evenwel alle moeite aanwenden om hem optespooren; want dien edelmoedigen menschenvriend moeten wij niet langer misschen. - Als gij de beste vriendin uwer huisvrouwe over henry hoordet spreeken, en te gelijk, wat zij zelve van onzen vriend zegt, zoudt gij u ten hoogsten verwonderen.
Nu, vriend! wapen u, om het geluk, dat u aanlacht, met gelaatenheid te draagen; want groote onverwachte blijdschap of voorspoed kan soms nadeeliger zijn dan zwaare rampen. -
Ik zal met de Bode naar u komen; maar om u niet te veel verrassching te veroorzaaken, zende ik u deezen per expresse vooraf. - Men verbiedt mij u meerder te melden - alleen kan ik er dit nog bijvoegen, dat gij veele aangenaame bijzonderheden, door die vreemde Dame zult te weeten komen, welke zij aan niemand dan u zelf kan mededeelen.
Groet louize, benevens de Heeren adelaart en kruijer. - Die beide Heeren moeten medewerken om die twee gadelooze menschen, henry en louize, samen te voegen. - Ik heb berouw dat mijne brieven, aan hem, eene breuke in onze vriendschap veroorzaakt hebben - ik heb hem niet wel behandeld - maar gedaane