Henry en Louize
(1794)–Cornelia L. van der Weyde– AuteursrechtvrijTweede deel
Honderd vierde brief.
| |
[pagina 394]
| |
Ik werd hier heen geleid door eenen zekeren gewezen Majoor, henry genaamd, wien ik te Spa leerde kennen, en wel tot mijn geluk; want zonder hem zou therese niet meer aanwezig zijn; daar soortgelijk ongeval, als dat, 't welk mij van mijnen Echtgenoot afscheurde, namelijk brand, in die Bronplaats, bijna een einde aan mijn leven gemaakt had. - Wij hadden elkander, voor dien ongelukkigen nacht, nooit gezien. - Die henry, dus alleen door menschlievendheid aangespoord, redde mij en mijne goederen met gevaar van zijn leven, uit de woede der vlamme. - Welk een edel Jongeling! - - Hij heeft mij tot hier toe begegeleid; maar is op een oogenblik uit mijn oog verdweenen, zonder dat ik weete werwaard hij getoogen is. - Hij heeft mij alleen den inleggenden Ga naar voetnoot(*) door zijn Kamerdienaar doen ter hand stellen, die, terwijl ik denzelven inzag, zich ook in een oogenblik van mij verwijderde. Dus neeme ik de vrijheid u door deezen te vraagen, wanneer het u zal gelegen komen mijne opwachting bij u te mogen maaken. - Gij zult zeer ligt beseffen, dat iets van mijnen Echtgenoot te verneemen, mij hoogst aangenaam zal zijn, en dus de ongelegenheid, welke ik u veroorzaake, mij wel ten goeden willen houden. - De brenger deezes heeft order om naar uw antwoord te wachten. - des heb ik de eer, na | |
[pagina 395]
| |
u van mijne hoogachting verzekerd te hebben, mij te noemen,
Hoog Welgeb. Heer!
Uw. H. Welgeb. Dienaresse,
therese powhatan, Geb. de angelos. |
|