geeven heeft of waar hij zich ophoudt. - Wanneer de Freule antwoord van louize ontvangen heeft, zal zij haare opwachting bij mij maaken, en mij berichten, hoe verre die zaak gevorderd is - dan eerst weet gij u te reguleeren. - Waarlijk, cecilia! gij hebt haar een lelijken trek gespeeld; maar wat baat het nu hier verder aanmerkingen over te maaken? - de zaak blijft dezelfde, en zou ligt tusschen ons verwijdering te weeg brengen. - Beter u, en tracht nooit weêr naar het bezit van iets waarop gij geen recht hebt. - Er zijn immers mannen in overvloed in de waereld - waarom zouden wij trachten ons te boeijen aan een die reeds verbonden is? - wij willen toch gaerne iemand alleen bezitten. - Ik heb in mijne ziel medelijden met u - maar gij zijt nog niet geheel bedorven. - Uw hart behoudt zijn voorige aandoeningen, anders zoudt gij verhard in het kwaad geworden zijn, en geen berouw getoond hebben; dit doet mij vooruit zien, dat er, in vervolg, nog iets goeds te hoopen is. - Nu stap ik van dit onaangenaam onderwerp af. -
Ik ontwaar iets bij mij zelven, mijne vriendin! waar van ik geen reden kan geeven. - Zou ik ook verliefd zijn? - Gij, cecilia! zijt wat ervaarener, en weet zoo die gewoone slenter beter dan ik, hoe het toegaat, wanneer het blinde kind ons met zijn pijlen gekwetst heeft - zeg eens, is men, in dat geval, niet tusschen mal en vroed? - en verzinkje niet in gedachten, zonder iets wezenlijks te denken? - nu, zoo is mijn toestand - wat zou 't toch wezen? -