niet dat eenige edele deelen gekwetst waren; - maar de goede Ier zal in geen zes weeken zijne kamer mogen verlaaten. - Wij hebben vriendschap gemaakt, in zoo verre dit gebruiklijk is; en heden, zijnde de veertiende dag, acht de Heelmeester hem buiten gevaar, indien er geene toevallen bij komen - dit is toch doorgaans een achterdeur voor de Esculaapen. -
Evenwel moet ik bekennen, charles! dat ik, geduurende den tijd dat de Ier zich in gevaar bevond, zeer verlegen was. - Dit geval doet mij ernstige bespiegelingen maaken. - Men zegt wel: een man over boord een eeter te min; maar ik wilde om geen schatten der waereld, dat de Ierschman gesneuveld ware; - ik kon er waarlijk 's nachts niet van slaapen - mij dacht hem geduurig voor het bed te zien - mij zijnen dood verwijtende. - Wij stappen daar zoo ligt over heen, om een niets beduidend verschil door den dégen of het pistool te beslissen, en echter is dikwijls de dood van een der campioenen er mede gemengd - en dus den ramp aan twee huisgezinnen berokkend. -
Deeze vechtpartij zal mij dergelijken doen duchten - ik zal, in het toekomende, mij, zoo veel mogelijk, daar voor wachten. - Het moet toch verschrikkelijk zijn, wanneer men het ontijdig sterven van een zijner Natuurgenooten op zijn gewissen heeft. -
Gij ziet dus, charles! dat dit geval eene sterke uitwerking op mijnen geest heeft. - Mijne liefde voor de onvergelijke louize vrees ik