onder een deken gelegen? - Foei! meid lief! dat zou niet hupsch zijn: - Uit uwen brief heb ik wel gemerkt dat er iets gaande was; dan ik verbeeldde mij dat henry, louize moede zijnde, meer genegenheid voor u gekreegen had, en dit was buiten uw boekjen geweest; - maar om uwe beste, getrouwste vriendin te verraaden - (want of wij het, in substantie, met zagter woorden uitdrukken, of bewimpelen, het blijft in de daad zoo.) dat is niet heusch gekabeld, zeggen de jongens - het kan er niet door. - Hoe zeer mij stellig, bij herhaalde keeren, alles verzekerd is, heb ik echter voor u in de bres gesprongen, en gezegd, dat ik er geen geloof aan konde slaan; - daarom, mijne lieve vriendin! meld mij ten spoedigsten hoe het hiermede gelegen is; want op het praaten van de menigte kan men toch niet aangaan. - meld mij alles openhartig, zonder achterhouding, mogelijk zal ik eens helder op u knorren, en dan zijn wij, als vooren, weêr goede vrienden; want al brouilleerde ik, onnozele ziel, om dit geval met u, louize zou er haaren henry niet door terug krijgen.
Hoor eens, meisjen! ik zal mij wel wachten u in verzoeking te brengen - althans ik heb vastlijk beslooten, dat gij mijn Chér Ami niet zien zult, voor dat wij zoo naauw aan elkander gehecht zijn, door den Man met den zwarten mantel, dat er voor u geen kijken meer na is. - Als men toch weet dat iemand een zwak heeft - (en lieve tijd! wie heeft dat niet? -) wel, dan moeten wij de steenen des aanstoots uit den weg ruimen. -