en Nieuwspapieren, dat hij, die u, 't zij levend of dood, teregt brengt, eene goede vereering zal genieten - een jaar traktement spandeer ik aan extra kosten. - Zie, zoo veel zijt gij mij nog waerdig; en gij vernegligeert mij zoo geheel en al; - gelukkig, dat ik van geen weekbakken deeg gekneed ben, anders, wat zou er van uwe madelon worden? - zou zij zich niet mortus weenen, omdat haare tederheden zoo onverscheelig beantwoord worden? - Ah! quelle douleur! -
Chére jeannette! ik geloof, en verité, dat mijn oude Podagrist wel haast dit tijdelijke met het eeuwige zal verwisselen; hij neemt dagelijks af, en, zoo ik wel gisse, wil hij den kerfstok gelijk maaken, en de oude zonden afdoen. - zelden kom ik in de kamer, of ik hoor hem bidden. - Gisteren deed ik de deur van zijne kamer zeer stil open en ging er op mijne kouzen in; ik hoorde dat hij binnen 's monds prevelde; - ik luisterde aan het bedgordijn, maar hoorde niets dan cijferen, multipliceeren, divideeren en optellen. - Ik dacht dat hij bezig was zijn boedel te verdeelen; mais, jeannette! het was de boedel van zijn inwendigen mensch; - hij maakte eene inventaris van zijne deugden en ondeugden; multipliceerde alle zijne grove en fijne zonden, substraheerde zijne goede werken daar af, en boekte eindelijk het saldo. - zoo dat ik maar zeggen wil, Chére! dat mijn Podagrist, na den mensch gesproken, eerlang in vreden denkt te ontslaapen. - Ik heb ook dikwijls goede voorneemens gehad, om de rekening eens effen te