Twaalfde brief.
De Majoor Frederik aan den Heer Schlossab.
[Bij den voorigen ingeslooten.]
Heer Luitenant!
Ik heb zeer veel van uwe edelmoedige denkwijze hooren spreeken - de daad, door u verricht, om eene Schoone te verlossen uit de handen van eenen snooden geweldenaar, is zoo heldhaftig, dat ik niets sterker verlang dan nader kennis met u te maaken dan van hooren zeggen; de eerste gelegenheid grijp ik hier toe aan, en neem de vrijheid deeze weinige regels in den brief van den Heer kruijer te sluiten - Dit immers zult gij mij niet kwalijk neemen? - Een onbekende biedt u dus zijne vriendschap aan, en hoopt dat u dit aanbod niet onaangenaam zal zijn. -
De Collonel powhatan is mijn vriend - dit alleen zegt genoeg; - maar ik wil u liefst uwe vrije keuze laaten, en op uw antwoord wachten. -
Wees intusschen verzekerd van de welmeenendheid mijner gevoelens. - Het is alleen op het