Henry en Louize
(1794)–Cornelia L. van der Weyde– AuteursrechtvrijEerste deel
[pagina 426]
| |
Honderdste brief.
| |
[pagina 427]
| |
form. schoon! - henry moest ook onder de Cavallery dienen. - ô Die platvoeters ruiken zoo na de Odeurs en Pomade - maar de lucht der Cavalleristen is veel manlijker.’ Wij hebben een brief Ga naar voetnoot(*) gevonden, uit welken de trouwloosheid van henry ten duidlijksten blijkt, geschreeven van iemand, die zijn Maitres aan hem wil overdoen, en die hij werkelijk heeft aangenomen. Deeze ontdekking, zoo gij begrijpen kunt, heeft eene groote verwijdering tusschen deeze gelieven te weeg gebragt; ja, zoo ik met zekerheid durf veronderstellen heeft louize haar hart aan henry onttrokken. - Daar te boven is hij aangegreepen door eene heimlijke jalouzij, omtrent powhatan, die altijd en confidence met haar omgaat; derhalven lijdt het geene bedenking, of deeze liefdeband zal verbroken worden. - louize heeft veele aanbidders; zij zal, gevolgelijk, niet lang zonder Galant zijn. - Zoo gij dus eenige inzichten met Haar mogt hebben, zoo bedien u van deze gunstige gelegenheid -een Huzaar is toch het kaapen gewoon - verscheiden schermutselingen hebben er reeds plaats gehad, die, door mijne tusschenkomst, reeds bemiddeld zijn. - Kom overmorgen hier op Ons Genoegen - houd u of deeze niet geschreeven was; wanneer ik, als dan, nader met u zal af- | |
[pagina 428]
| |
spreeken. - Schik intusschen uwe zaaken of gij voorneemens waart op reis te gaan, en zie een trouw knecht in uw belang te wikkelen. - Nu - mondeling nader. -
Tout à toi
cecilia. |
|