dan ook louize goede lessen geeven, daar hij zelf de deugd haat? - Och! dat zij naar uw en mijn voorbeeld gewandeld had, dan zou zij de deugd zelve geweest zijn! maar zij ontaart geheel en al van mij - 't is of ik haar wild vreemd ben. Zij heeft ook niets van die familie-trek, die, sedert meer dan honderd jaaren herwaard, in ons aangezicht is te kennen geweest. - Ik weet niet naar wie zij aart. - Haar Vader en Moeder, zaliger! ô! dat waren hupsche, deugdzaame lieden, die waarlijk den Heere vreesden. - Hoe is het mogelijk dat zulk een goede boom kwaade vrugten kon voordbrengen, en daar zij nog zoo eene vroome Tante heeft; maar zij is geheel in de magt van den Satan. -
Vergeef mij toch, lieve Broedertjen in den geloove! dat ik u aan de versmaading heb blootgesteld, welke gij aan het huis van dien trotschen adelaart hebt moeten ondergaan; had ik die bejegeningen kunnen voorzien, ik zou u gespaard, en liever mij zelven in gevaar gesteld hebben. -
Dat de Hombaars u lekker gesmaakt heeft, verschaft mij een bijzonder genoegen. - Eerstdaags verwacht ik beste Paling, van Halfwege, die is toch de dikste en vetste.) en zoo dra ik dezelve heb zult gij het weeten - 't is toch al wat men heeft, dat wij de milde gaven van onzen Schepper gebruiken. - Ik hoop u dan spoedig te zien; maar gij moet toch wat meerder aankomen. -
ô! Die louize kan ik met geen stok in huis houden - ik zit zoo godgansche avonden alleen, en 't leezen - och! dat verveelt ook al. -