Een vlucht-geest ontstond nu in het leger van Gen. Knox. Het gedeelte, dat in de richting van Lindley naar Heilbron trok, rukte schielijk om naar Kroonstad, maar stieten zich aan Gen. Botha op verschillende plaatsen, en kwamen er bezeerd van af. Het deel, dat het met Gen. Fourie en Com. Prinsloo te doen had, trok met alle macht Senekal in. Toen ik nu op 8 Jan. in het lager van Gen. Botha kwam zes mijlen oost van Lindley was ook Gen. Knox Kroonstad binnen. En - wij hadden voor een korten tijd rust.
Op den 8sten Januari kreeg ik rapporten van Com. Kritzinger en Kapt. Scheepers uit de Kaapkolonie. Zij deden verslag dat zij door de Oranjerivier met een voetpad veilig doorgegaan waren. Er was een ander voetpad wat meer ten zuiden, waar zich een Engelsche wacht van acht soldaten bevond. Deze soldaten waren in een huis, en wisten van het doortrekken niets, totdat zij de deur zagen opengaan, en zich met ‘Hands up!’ hoorden toeroepen. Verder verzekerden Com. Kritzinger en Kapitein Scheepers mij, dat de sympathie van onze koloniale burgers sterk met ons was. Ik en elke weldenkende mensch kon dit verwachten, want het bloed kruipt waar het niet gaan kan. De kolonisten, hoewel zij goed wisten welk een gevaarlijken stap het was om te nemen, als zij besloten met ons mede te gaan, en hoe zij later als rebellen konden terecht gesteld worden, wierpen toch hun lot in met ons. Ook van Rechter Hertzog ontving ik berichten in denzelfden geest uit de noordwestelijke deelen van de Kaapkolonie.
Zoodra ik dit rapport ontving, besloot ik gedeelten van de burgers uit alle deelen in hunne eigene districten achter te laten en anderen met mij op een tweeden tocht naar de Kaapkolonie te nemen. Daartoe gaf ik bevel aan Generaals Piet Fourie, Philip Botha en Froneman en aan Commandd. Prinsloo, Bethlehem, Steyn, Ficksburg, Hasebroek, Winburg, De Vos Kroonstad, Van der Merwe, Parijs, Ross, Frankfort, Wessel Wessels, die ik in plaats van Com. Truter, die bedankt had, aangesteld had, Harrismith, Kolbe, Bloemfontein, en Jan Theron, met de beroemde Therons Verkenningscorps, om allen op den 25sten Januari 1901 te Doornberg, district Winburg bij elkander te komen.
Van den 8sten tot den 25sten Januari hadden wij rust in de noordelijke en noordwestelijke districten van den Vrijstaat.