Gedichten
(2001)–Jacob Westerbaen– Auteursrechtelijk beschermdOp het afvallig worden van madame Louise, prinses van Bohemenaant.Dus kijft de Gommerist:
‘Vrouw Lood'wijk is papist,
een van ons schoonste schapen!
| |
[pagina 92]
| |
De duivel haal' de papen,
5[regelnummer]
die uit de ware kerk
tot mis en goochelwerk
en ongezonde weiden
Gods lammeren verleiden!
Dient zulks te zijn geleên
10[regelnummer]
bij kerk of overheên?
En valt men niet aan 't bannen
van wijven en van mannen
die zo een stuk bestaan,
die moederen verraên
15[regelnummer]
en dochteren bepraten,
dat zij de Kerk verlaten
en tijen op de loop
uit ingebeelde hoop
(die men haar weet te geven)
20[regelnummer]
van haast te zijn verheven
en tot gebied en macht
eer lange tijd gebracht
in kloosters en conventen,
waar landen zijn en renten?’
25[regelnummer]
Maar zo hij recht de grond
van zijn geloof verstond,
hij had niet veel te klagen.
't Gaat al naar Gods behagen,
zo 't Hem wel eer gevil.
30[regelnummer]
Hij heeft een dubb'le wil:
één die Hij openbaarde,
één die Hij niet verklaarde.
Deez' is 't waarnaar het al
dat is of wezen zal
35[regelnummer]
gestuurd werd en gedreven,
de ene tot het leven,
de and're tot de dood,
| |
[pagina 93]
| |
gelijk Hij dat besloot
van aller eeuwigheden
40[regelnummer]
om generhande reden,
alleenlijk maar omdat
Hij daar Zijn lust in had.
Van die Hij heeft verkoren
en gaat er geen verloren,
45[regelnummer]
ook rijst er niemand niet
van die, die Hij verstiet.
Men kan Gods lieve kinderen
verleiden noch verminderen,
en, schoon zij in de schijn
50[regelnummer]
van Hem geweken zijn,
zo zal nochtans van allen
niet een geheel vervallen
maar rijzen uit de val
eer dat hij sterven zal.
55[regelnummer]
Hoe grof de schapen dwalen,
God zal ze weder halen.
Des, zo 't Hem heeft behaagd
de koninklijke maagd
op deze rol te schrijven,
60[regelnummer]
zal zij behouden blijven.
Wie trekt haar uit Zijn hand?
Wie neemt haar 't zeker pand
dat duivel, dood, noch zonde
zo sterk zal zijn bevonden,
65[regelnummer]
noch antichrist, noch paap,
dat hij een christenschaap
zou eindelijk verleiden,
of van Zijn liefde scheiden?
God voert hier Zijn besluit
70[regelnummer]
onwederstand'lijk uit.
Doch is z' in 't boek van 't leven
| |
[pagina 94]
| |
gerold noch ingeschreven,
maar is zij van 't getal
dat nimmer rijzen zal,
75[regelnummer]
zo weet dat ook in dezen
Zijn wil volbracht moet wezen:
daar 's geen behoudenis
voor die verworpen is.
Wat heeft hij dan te kijven
80[regelnummer]
op papen en op wijven
door wie deez' eed'le ziel
tot mis-geloof verviel
en liefde van conventen?
God bezigt instrumenten
85[regelnummer]
waardoor Hij dit besluit
ook werkt onfeilbaar uit.
Dit zijn gedreven bijlen,
dit zijn geschoten pijlen,
die zonder tegenstaan
90[regelnummer]
naar hare doele gaan.
Als 't hakmes is geheven
zo kan 't niet tegenstreven,
maar houwt en kerft en klijft
naar dat de hand het drijft.
95[regelnummer]
Dit is de zuiv're lere
van 't Israel des Here.
|
|