Gedichten
(2001)–Jacob Westerbaen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 29]
| |
Politiek | |
[pagina 31]
| |
Op de prent waarop het vertrek van de koning van Scheveningen naar Engeland is afgebeeldaant.Der Britten vloot had hare ankertand
gehecht niet ver van 't Scheveningse strand,
doch niet gelijk voor dezen,
toen 't parlement door averechts gebied
5[regelnummer]
op onze kust de bloedvlag waaien liet,
maar in een ander wezen:
om Karel, om haar wettig heer en hoofd
(die van zijn troon en kronen was beroofd)
weer in zijn rijk te brengen,
10[regelnummer]
waar het geweld gebruld had en gewoed,
het recht verkracht en veel onschuldig bloed
door beul en bijl doen plengen.
De koning stijgt dan in Den Haag te paard,
waar hem de Leeuw (die pijlen voert en zwaard),
15[regelnummer]
waar oude bondgenoten
een wijl voorheen hem heerlijk haalden in,
waar hij met vreugd ontmoet wordt en met min
door kleinen en door groten.
Hij geeft zich voort op weg naar Schevening.
20[regelnummer]
De landzaat is te been, de vreemdeling,
de burgers en de boeren:
't volgt al, of is vooruit of onderweeg;
de dorpen, 't land, de steden lopen leeg,
't is al in repp' en roeren.
25[regelnummer]
Hij komt aan zee, daar 't krijgsvolk aan de kant
staat in 't geweer en het kanon geplant,
waar 't strand en oever krielen
| |
[pagina 32]
| |
van mensen, en het hoog gebergt en duin
bezeten is tot boven op de kruin
30[regelnummer]
met honderdduizend zielen.
Hij scheidt van land: men brengt hem naar het boord,
Een groot gejuich wordt onder 't volk gehoord.
De grove stukken spelen;
de ruiterij, de schutter en soldaat
35[regelnummer]
geleiden hem, terwijl hij henen gaat
met zang van minder kelen.
Hij raakt aan boord. Een vrolijk scheepsgeschreeuw
rijst door de lucht, elk bootsman is een leeuw,
en tot een vreugdeteken
40[regelnummer]
wordt het kanon door de gehele vloot,
nadat hij was geklommen uit de boot,
meermalen aangesteken.
Het aardrijk dreunt, de zee staat in een vlam
en nu zo wordt, eer nog de avond kwam,
45[regelnummer]
het anker opgewonden.
Zij kiezen zee. God geev' hun goede spoed
en neme voorts de koning in behoed
en breng' hem binnen Londen!
|
|