historisch-juiste documenteering, ook fouten aan. Deze fouten behooren tot de zwakke zijde der Duitsche kunst in het algemeen. Het vaak te log tempo. Een vaak te groote drang naar ‘Gründlichkeit’ en naar de ‘Geist der Schwere’, die reeds Friedrich Nietzsche vervloekte. Verder de reeds genoemde zucht te literair en te problematig te zijn.
Maar het valt den representanten van dit volk zwaar iets ‘ueber sich hinaus’ te scheppen.
En hoewel de filmkunst - dank zij haar technische overbrengingsmiddelen - bij uitstek internationaal is, zoo is zij in wezen ook de meest nationale kunst van dit tijdperk.
Ieder volk legt in zijn films iets van zijn cultuur. De Franschman toont ons zijn bijzondere begaafdheid voor het heerlijk licht-dansend tempo, dat hij in de handeling weet op te voeren tot groote dynamische spanningen. De Amerikaan zijn bijzondere begaafdheid voor de groteske, het spelen met begrippen en dingen. En de Duitscher - zie de Ufafilms - zijn hang naar romantiek...
Dit is geen fout. Dit is niet te verwerpen. Trots deze, bovengenoemde, wellicht zoogenaamde fouten, heeft de Duitsche film-vervaardiger - en de Ufa in het bijzonder - veel voor de toekomst dier kunst gedaan.
Zonder haar scheppen, ware een schepping der Russen zooals ‘Knjas Patjomkin’ niet te denken. Hoewel de Rus juist alles bezit wat de Duitscher mist, het juiste tempo, juist begrip voor het waarachtig eenvoudige.
Maar tot slot nogmaals: laten we eerlijk zijn. Laten we niet meer van de Ufa verlangen dan ze ons schenken kan.
Aan haar danken wij bijv. de renaissance der Fransche filmkunst, de pogingen der Amerikanen betere films te scheppen - door haar geïnspireerd zijn wij een moderne Russische filmkunst rijk, die ons met films als de Postmeister, Allita en Knjas Patjomkin verraste. En dat is reeds veel, zeer veel. En wellicht gelukt het een der Ufaregisseurs ons in de toekomst een absolute film te brengen - die tevens het tijdsbeeld juist weergeeft, zooals Patjomkin reeds zoo treffend deed. Dit ware een schoone oogst, en een nieuwe triomf voor de Ufa.
jules sonnenfeldt