Terpsichore, uitgelokt, daalde door den schoorsteen. Het vuur stortte ineen als een kleine wereld van vlammen en licht en laaide helder dansend op. Op den schoot van de gastvrouw rekte de zwarte kat zich, langzaam en als in diepe gedachten verzonken; kromde zich, werd eens zoo groot als zichzelf, keek ons aan met een blik vol belangstellende minachting, en spròng.
O verloren paradijs. Zij sprong drie meter, belandde op een tafel, recht voor een vaas lichte lila tulpen en rook eraan of ze er heen gewandeld was. Nijinsky heeft, na geen sprong, aan geen bloem zoo geroken. Zij viel, achteloozer en zekerder dan één parterre-acrobaat, van de tafel en liep, rhythmischer dan één Dalcrozediscipel, het duister in. Zij kwam terug en steeg, tegen alle wetten der zwaartekracht in, als met een vertraagde film-beweging op de leuning van een stoel, zij hing ons daar te bekijken, met voorpooten straffer van spieren dan wie ook en een zwart slank lijf, slapper ontspannen dan Bode's beste leerling, zij sprong, sneller dan Cechetti's liefste danser zonder aanloop op onzen schoot. En wij zaten stil en zagen Pan's kleindochter aan, die haar techniek leerde van haar moeder, en haar levenslust, met permissie, wellicht van den kater op den hoek.
Maar zij gunde ons geen respijt, zij was uitgedaagd in haar eer als schepsel Gods.
En zij danste ons, oneindig zware menschen, de vreugde van een lenig lichaam en een grillig uur. En wij wisten, zooals men dat in een ondeelbaar oogenblik weet, dat het dit was, wat er haperde; dat er iets van ons eerstgeboorterecht verkocht was, omdat de linzen thans in blikjes met fabrieksmerk te koop zijn in alle goede zaken, en omdat wij tegenover de speelschheid van een alledaagsche zwarte poes nauwelijks eenige even vervoerde menschelijke vreugde te stellen hebben, laat staan datgene wat wij, naar Pascal's balans tusschen beest en engel zwevende, zouden moeten kunnen stellen op een hooger danstooneel.
Wij klommen wederom halsstarrig in den zadel van ons stokpaard en wilden spreken. Maar de gastvrouw keek ons aan, stond op en liep ons voorbij en kwam terug en schonk ons een glas: en plotse-