Verzamelde gedichten(1970)–J.W.F. Werumeus Buning– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 268] [p. 268] Ballade van de dingen die niet overgaan De geur van diepe bossen na den regen, De geur van water en van roestbruin hout, De geur van 't paard dat men het liefst mag rijden, En van het donker haar waarvan men houdt, Duister en licht in 't witte bed gelegen, En, wat het beste is in dit bestaan, Te slapen met de liefste aan zijn zijde En dat dit zo zal zijn in alle tijden, Dit zijn de dingen die niet overgaan. De kracht van stieren in de voorjaarsweide, De glans van tranen en van witte zijde En parelen om een slanke hals gedaan, De macht van armen om een hals geslagen, De nacht van zoete antwoorden en vragen, De pijn der vrouwen die in 't kraambed gaan, De pijn die men van zijn vriendin moet lijden En dat dit zo zal zijn in alle tijden, Dit zijn de dingen die niet overgaan. Geluid van water dat van rotsen stort En van een kerk waarin gezongen wordt, En van zwaar weer, dat niet wil overgaan, Van slagregens in slapeloze nacht Dat men verlaten ligt en niet meer wacht, Het leeg wit bed, beschenen door de maan, De liefde die verkeert in 't lange lijden, En dat dit zo zal zijn in alle tijden, Dit zijn de dingen die niet overgaan. Valsheden, van zijn vrienden ondergaan, Haat, afgunst, nijd, bedrog en eigenwaan, [pagina 269] [p. 269] Spijt en berouw, en dat men 't meest moet lijden Om wat men door de liefde heeft misdaan, En dat dit alles niet was te vermijden Maar eeuwig zo zal zijn en voort zal gaan, En wolken die stil drijven langs de maan Terwijl men ligt en denkt aan beter tijden, Dit zijn de dingen die niet overgaan. De stank van drek, rot vlees en rottend graan, 't Gezicht der liefste die is uit haar lijden, De aasvlieg die daarop te gast wil gaan, De huichelaars die uw geluk benijden, De straf, dat men gestraft wordt door zijn vrienden, Terwijl 's lands vijanden slechts straf verdienden, Het onrecht, in den naam van recht gedaan, En dat dit zo zal zijn in alle tijden, Dit zijn de dingen die niet overgaan. Prince: Princes Marie, Maria Magdalene, Mij meer vertrouwd, als bitter zondares Wier donker haar door Gods licht werd beschenen, Dan God en Jezus zelf, leer mij de les Om in het leed een beter weg te gaan. ‘Vervloekt en ongezegend is het lijden Totdat men leert onder het kruis te staan, En dat dit zo zal zijn in alle tijden: Dit zijn de dingen die niet overgaan.’ Vorige Volgende