Verzamelde gedichten
(1970)–J.W.F. Werumeus Buning– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 237]
| |
Dagelijks brood
| |
[pagina 239]
| |
Noordzee 1934*Een lege zee en meeuwen,
Water zonder een zeil,
De Jagersfontein is een nieuw schip
En het vaart de gemeten mijl.
Het is weer als voor honderd jaar,
Het water is dood als grauw glas,
De Noordzee is zo verlaten
Of Holland gestorven was.
Een enkel schip heeft IJmuiden te lij,
Dat is de Jagersfontein.
Het zal jaren duren eer een nieuw schip
Van Holland in zee zal zijn.
Omdat de heren Staten
De zee vergeten zijn,
Alhoewel veel goed goud dat naar Holland kwam
Niet langs den landweg kwam.
Het laatste nieuw schip vaart voor de kust
Van Terschelling naar Schouwenbank
Er vaart er vooreerst geen ander meer
Van Terschelling naar Schouwenbank heen en weer,
Het land geeft stank voor dank.
Onder de grote wolken die helder zijn verlicht
Ligt de witte duin en het groene land,
Daar spant God een tent van licht,
Hoog over Scheveningen
Waar 's Gravenhage ligt,
Daar praat men over veel dingen
In de raadszaal die daar ligt.
Maar wat men ook mag praten,
| |
[pagina 240]
| |
Het helpt nu toch geen zier.
Het is als voor honderd jaren,
Het laatste schip vaart hier.
De Ruyter schreef de Staten,
En men lei zijn brief te lij,
Dat het land behoefte aan schepen had,
Maar men hoorde niet wat hij zei.
Er was vee genoeg in Holland
En men vergat de zee
En het schip van staat werd een rot schip
En bleef steken in het zand.
Maar toen admiraal Tromp voor Duins lag
En de kans goed zeker leek
En toen Holland en Zeeland zijn winst zag,
Toen bouwde men bij de week!
Wat zou een land zonder ploeg zijn?
Droog en dor als het strand.
Maar een land aan zee heeft de zee tot land
En de zee wil met schepen geploegd zijn.
Die dit lied heeft geschreven,
Hij stond op de Jagersfontein.
Hij keek naar Scheveningen
En zijn hart kromp van de pijn
Want achter Scheveningen
Ligt 's lands vergaderzaal
En ze zijn het er weer vergeten,
Gelijk zo menigmaal,
Kooplui en koeienfokkers
En handelaars in goud,
Dat Holland een land aan het water is,
Waar de scheepmakershamer de hartslag is,
| |
[pagina 241]
| |
Dat Holland benauwd en armzalig is,
Wanneer het geen schepen bouwt.
|
|