Verzamelde gedichten(1970)–J.W.F. Werumeus Buning– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 214] [p. 214] Testament 1 Als ik gestorven ben, die met de jaren Den dood als ergsten vijand leerde vrezen, Die in de jeugd mijn goede vriend mocht wezen, Een vrouwehand, strelende door mijn haren, En van hem zelf, den engel, wél geleerd heb, Met harde lessen, stokslagen en tranen, Dat wat hij neemt meer is dan wat wij wanen, En met mijn laatsten snik nog 't lieve leven liefheb, Dan kan ik u aan wijsheid veel vermaken, Maar slechts dit weinige laat ik u na: Kies u een vrouw die kinderen kan maken, Die veel van water houdt en veel van wijn, Die graag voor uw fornuis en voor uw bed staat, En wier hart weet dat wij Gods kinderen zijn. [pagina 215] [p. 215] 2 Eer God, hij heeft u en uw vrouw geschapen; Eer land en kerk, hoe men ze ook regeert; Werk goed; om 't werk. Wie daarvan meer begeert Zal nauwelijks een nacht meer rustig slapen. Laat wijzer mensen vechten over wijsheid, Ga voor de eerzucht steeds een stap op zij, Heb met uw medemensen medelij, Of niet, al naar uw eerlijke gezindheid. En weet, als u het aardse brood niet smaakt, Dat het aan u ligt, aan den bakker niet. Ziet dat ge weer met hem in 't rede raakt. Vraag van de sterren niet te veel; heb dorst, Begeer als mens den vrede op aarde niet, Maar zorg dat ge wat goed is niet vermorst. [pagina 216] [p. 216] 3 Vertrouw, dat het onfeilbaar firmament Ook u regeert, naar vastgestelde wetten, Laat u door niemand nieuwer wet voorzetten, En wacht God af eerst ná uw werelds end. In 't kort: houdt van de wereld en de mensen, En houdt uw heimwee naar een beter land, Zo sterk als een jong weduwe kan wensen Naar haar gestorven vriend zijn ledikant. God heeft ons laten vallen uit de sterren En ons getrouwd met deze aardse pracht, De hemel van ons bed is hoog en verre, Soms is de peluw hard, soms is ze zacht, Maar in wie naast u slaapt heeft God geleid Liefde en dood, en alle eeuwigheid. Vorige Volgende