Verzamelde gedichten(1970)–J.W.F. Werumeus Buning– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 204] [p. 204] Drie brieven 1 Ik kwam in een bos zó groen, En het gras werd er zo licht, En het licht was er zo stil, Dat ik dacht is dit op aarde? En ik vluchtte in een boom. Daar sprak een vogel mij aan En zeide gij zijt gestorven, Daarom kunt ge mij verstaan. Wat die vogel verder zei Dat mag ik u niet zeggen. Het gras is groener dan thuis En ik heb nog ver te gaan. [pagina 205] [p. 205] 2 Ik adem andere lucht, Ik kan niet zeggen hoe zuiver, Het is of men appels eet En water drinkt dat is licht. Ik hoop u terug te zien, Maar gij moogt daar niet op hopen, Wij wonen hier zo zeer hoog, En gij in diepten benêe. Ik heb een engel gezien, Hij was als een adelaar. Hij vloog onder mij voorbij, Ik weet niet waarheen hij ging. [pagina 206] [p. 206] 3 Nu zult ge mij niet meer zien. Er is tegen mij gezegd Dat een dode niet omzien mag, Zo hoog uit den sterrennacht. En wat ik hier hoor is waar, Zodat ik gehoorzaam ben; Ook gij zijt hier al bekend En uw bed staat voor u klaar. Denk niet te veel meer aan mij, Ik weet hoe de wereld is, Leef voortaan maar zonder mij, Nu ge weet hoe het hier is. Vorige Volgende