Verzamelde gedichten(1970)–J.W.F. Werumeus Buning– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] 3 Ga heen en slaap want morgen komt de dood. Uw nachtwaak is welhaast ten eind gegaan En in der sterren schemerende laan Wacht zij die u reeds lang geleide bood. En zie: wat bleef van den vermeenden nood, Van al 't verlaten zijn: 't is haast gedaan En gij kunt weder langzaam samen gaan En spreken van wat de aarde u nog bood, Na haar. Een weinig droefenis, bijna bemind Om haar gelijkenis: de slapeloze nachten, Die zachter werden van een zeker wachten En tranen, maar die schreide ieder kind. En bleef niet over u, te midden van uw vrezen: Schaduwen, en een glans, en 't ruisen van haar wezen. Vorige Volgende