heil der zielen. Waarheen hij ook uit gehoorzaamheid werd gezonden, elke plaats was hem een paradijs, en hij verzekerde dat de aangewezen plaats hem telkens allerbekoorlijkst was. Hij had den roep met kracht alle duivelsche werken en bezweringen te niet te doen, en men hield hem daarom als schrikwekkend voor de booze geesten.
Hij was vol ijver voor den godsdienst en de rechtvaardigheid, en spaarde zelfs de grooten niet, als hij zag dat zij het heil van het gemeenebest tegenwerkten. Hiervan een voorbeeld, even vóór de beroerten van dien tijd geschied.
Toen Hieronymus zag, dat niet alleen de politieke toestand van het vaderland, maar ook de godsdienst door de invoering der. nieuwe belasting, den tienden penning, zeer leden, preekte hij eensdaags in dezer voege:
‘Men draagt geene zorg voor den godsdienst! Men doet geen onderzoek naar de ketters. Men geeft er niets om of zij gered of verloren gaan. De wet ligt op haren rug. Het geloofsonderzoek slaapt. Het krioelt van ketterijen, die maar ongestoord voortwoelen. Alleen de tiende penning wordt opgezocht en alle gedachte en alle vlijt worden op hem aangewend. En geen wonder, zij zoeken allen hun eigen belang en niet dat van onzen Heer Jezus Christus!’
En zoo sprak zich Hieronymus even waar als vrijmoedig uit, alhoewel hij overigens zachtmoedig, minzaam en goedhartig was. Zijne taal was zoo zalvend, dat zij als eene andere harpe David's de driften temde en verbeterde.
Gedurende den geheelen tijd zijner gevangenis hield hij niet op zijne medebroeders te vermanen den strijd voor de waarheid tot het uiterste onverschrokken te voeren.
Hij was bijna 50 jaren oud, toen hij zijne sterfelijke loopbaan met de martelkroon besloot.
Naar het Latijn van Fr. Jo. Bonerus.