Limburgsche legenden, sagen, sprookjes, en volksverhalen. Deel 1
(1875)–H. Welters– AuteursrechtvrijAve Maris stella of het mirakuleus beeld van O.L. Vrouw te Maastricht.Ga naar voetnoot(1)Een edelman op zee gesteld,
Leed door tempeest en groot geweld;
De winden tegeneen gestoord,
De baren sloegen over boord;
Dan vloog het schip op als een wolk,
Dan zonk het in een diepe kolk;
Dan weer geslingerd op zijn plat,
Waardoor de kiel haast boven zat;
De stormen maakten droef geluid,
Men wierp een zwaarder anker uit;
Maar ach! de kabel brak in twee,
En 't schip dreef in een holle zee;
De zeilen scheurden midden deur,
De groote mast kreeg scheur op scheur,
Hetgeen hun al de doodverf gaf,
Een ieder zag zijn eigen graf;
En eer de dood hen trof met staal,
Stierf iedereen wel honderdmaal.
| |
[pagina 26]
| |
Dees edelman in bangen nood,
Niets ziende dan een wissen dood,
En vindend hier op aarde niet
Wat hem kon redden uit verdriet,
Die sloeg zijn hart en oog omhoog,
Terwijl hij zijne knieën boog;
Hij riep de Ster ‘Maria’ aan,
En heeft belofte toen gedaan,
Indien hij kwam uit dit gevaar,
Dat hij zou geven een altaar,
En vast volbrengen zijnen plicht,
In eene stad, genaamd Maastricht,
Opdat het waardig Beeld aldaar,Ga naar voetnoot(1)
Zou rusten op een nieuw altaar.
Als dees belofte was gedaan,
Is het tempeest terstond vergaan;
De zee werd kalm, de lucht werd klaar,
Men werd geen winden meer gewaar,
Het schip, alsof 't vol vreugde was,
Danst' op den zouten waterplas,
En al het volk, dat was verheugd,
De droefheid die verkeerde in vreugd;
Zij gaven dank aan God den Heer,
En aan Maria, lof en eer.
J. De Boeck, Ord, S. Fr. |
|