Limburgsche legenden, sagen, sprookjes, en volksverhalen. Deel 1
(1875)–H. Welters– AuteursrechtvrijHet sprekende Christusbeeld te Roermond.Roomsche landen, Roomsche steden,
Die niet van den tijdgeest leden,
Dragen op den open weg,
Tegen boom of tegen heg,
't Werktuig van des Heeren smarten,
Of het beeld der heil'ge Harten,
Of een beeld der Moedermaagd,
Die het kindje Jezus draagt.
Roermond geeft in alle wijken
Van haar diepe godsvrucht blijken:
Boven alles gaat zij trotsch
Op het beeld der Moeder Gods,
| |
[pagina 19]
| |
't Wonderbeeld der waterwelle
In de Lieve Vrouw kapelle; -
Hoor ook wat me is meegedeeld
Van het sprekend Christusbeeld.
Een der oude kloosterstichten,
Van die hebben moeten zwichten
Voor 't geweld der nieuwe leer,
Draagt het beeld van onzen Heer,
Levensgroot aan 't kruis geklonken;
De aandacht aan dit beeld geschonken,
Steunt op 't oude volksverhaal,
Dat ik in dees reeglen maal.
't Is twee eeuwen nauw geleden,
Dat een brave zielGa naar voetnoot(1) haar beden
Dagelijks verachten kwam
Voor dit beeld van 't Offerlam;
Mocht ze soms haar tijd behoeven,
Toch nog bleef zij even toeven,
En ze knielde biddend neer
Voor het kruis van onzen Heer.
Eenmaal ('t had reeds zes geslagen)
Durft de goede ziel niet wagen
Neer te knielen bij het kruis;
Keer ik van de Mis naar huis,
Dacht ze, ik zal mijn schâ herstellen;
En, terwijl zij voort blijft snellen,
Komt zij dra het kruis voorbij......
Maar nu hoort zij van terzij:
‘Zult gij uw gewoonte breken?’ -
Meer niet heeft het kruis te spreken,
Zij, wie 't beeld dees woorden richt,
Ijlings keert ze; biddend ligt
| |
[pagina 20]
| |
Zij voor 't Christusbeeld gebogen,
En het hart aan de aard onttogen,
Heeft zij 't kruis den eed gedaan,
Zonder beê nooit door te gaan.
Kort daarna, en ieder meldde,
Wat zij in 't geheim vertelde.
Dat het beeld gesproken had,
Wist weldra de gansche stad. -
En den eed, voor 't kruis gesproken,
Heeft Joanna nooit gebroken. -
En, gelijk 't gerucht verspreidt,
Stierf ze in geur van heiligheid.
En nog alle dagen knielen
Voor het kruisbeeld brave zielen.
'k Zie het beeld van Jezus zoet
Op verscheiden wijs begroet;
Kleinen, grooten, armen, rijken,
Ieder toont door eereblijken,
Dat hij in den eerbied deelt
Voor het sprekend Christusbeeld.
J. Waterreus. |
|