[Strijkvoeten]
STRIJKVOETEN, onz. w., gelijkvl. Ik strijkvoette, heb gestrijkvoet. Van strijken en voet. De voeten beurtelings achteruit strijken, om zijne onderdanigheid jegens iemand aan den dag te leggen: hij heeft het met zijn strijkvoeten en flikflooijen ver gebragt.