geweer aanrukken. Overdragtelijk, is storm ook wel eens een geweldig krakeel, of gekijf: wat ontstond er een storm tusschen man en vrouw! Ik heb wederom een klein stormpje moeten doorstaan. Van hier stormachtig, stormen, stormig, enz. Zamenstell.: beeldenstorm, zeestorm, enz.
Storm, in Bretagne, en in het zweed., eng., angels., neders. ook storm, hoogd. sturm, Strijk. stuerm, in ierl. sturrim, wallis. ijstorm, ijsl. stormur, pool. szturm, en, voor de bestorming van eene vesting genomen, in het oud fr. estour, oud eng. stour, in Bretagne stourm, ijsl. stijr, ontleent zijne verschillende beteekenissen van zijnen klank.