Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Stookoven] STOOKOVEN, z.n., m., des stookovens, of van den stookoven; meerv. stookovens. Van stoken en oven. Een oven, of furnuis, waarvan de destillateurs en scheidkundigen zich bedienen: is er vuur genoeg in den stookoven? Vorige Volgende