[Stokebrand]
STOKEBRAND, z.n., m., des stokebrands, of van den stokebrand; meerv. stokebranden. Verkleinw. stokebrandje. Van stoken en brand. Eigenlijk, al wie eenigen brand stookt. Bij Kil. stockvier. In het gebruik, een twistverwekker: grooser stokebrand is er niet bekend. Zeg meester stokebrand! is dit uw schoone leer? J. de Deck. Van hier stokebranden, twist verwekken.