[Stokblind]
STOKBLIND, bijv. n., zonder trappen van vergrooting. Is zamengesteld uit blind en stok, dat hier, even als in stokoud, stokstijf, en stokstil, en in het hoogd. stockdürre, stockdumm, stockfinster, stockfremd, enz. enkel de beteekenis aandringt. Dus is stokblind evenveel, als stekeblind, volkomen blind, stokstijf geheel en al stijf, stokstil, roerloos, zonder beweging; schoon hier ook eene vergelijking kan plaats hebben; en dan is stokblind zoo blind, dat men een' stok noodig heeft, om te gaan - stokstijf en stokstil, zoo stijf en stil als een stok. Zie stekeblind.