[Stoeterij]
STOETERIJ, z.n., vr., der, of van de stoeterij; meerv. stoeterijen. Eene paardenfokkerij: de stoeterijen worden hier te lande aangemoedigd. Dit woord stamt, even als het hoogd. stuterij, af van stute, eene merrie, bij Winsbeck stuot, zweed. stod, eng. steed, ijsl. stedda.