Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 667]
| |
als stekelachtig: het is een stekelig mensch. In dezen zin kan stekelig ook als een bijwoord gebezigd worden: hij heeft mij zeer stekelig geantwoord. Dit woord, en het z.n. stekeligheid stammen af van stekel en steken. |
|