[Steekijzer]
STEEKIJZER, z.n., o., des steekijzers, of van het steekijzer; meerv. steekijzers. Verkleinw. steekijzertje. Van steken en ijzer. Een graveerijzer, in het hoogd. stichel genoemd: mijn steekijzer is verstompt. Voorts is, bij Kil. stekijser, elgheer, volgens van Hass. ook wel eens steekelger, een aalgeer, of aalspeer.