[Stapel]
STAPEL, z.n., m., des stapels, of van den stapel; meerv. stapels. Verkleinw. stapeltje. Volgens Kil. oulings evenveel als krekel, heeft niets gemeens met het volgende stapel, en schijnt evenzeer afkomstig van stappen, als het hoogd. stapeln, met lange hoog opgehevene beenen stappen.