STADIE, z.n., vr., der, of van de stadie; meerv. stadien. Eigenlijk eene loopbaan, waarin men oudtijds om den prijs wedijverde. Deze loopbanen hadden dan eens de lengte van 1000, dan eens die van 500, en dan eens wederom, zoo als de Italiaansche, die van 625 voeten, of 125 schreden. Van hier dat stadie tot
[pagina 628]
[p. 628]
aanduiding van eene verschillende lengtemaat werd overgebragt, welke evenwel meestal naar de Romeinsche loopbanen berekend werd, en dan een achtste gedeelte van duizend schreden, of eene mijl, bevatte: een vleck, dat sestigh stadien van Jerusalem was. Bijbelv.
Auteursrechtvrij