[Staartstuk]
STAARTSTUK, z.n., o., des staartstuks, of van het staartstuk; meerv. staartstukken. Verkleinw. staartstukje. Van staart en stuk. Een stuk vleesch, uit den omtrek van den staart van het beest: de staartstukken zijn de edelste lamsboutjes. Als ook een bekend muzijkinstrument: zij bespeelde haar schoon staartstuk onder het zingen.