Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Spinet] SPINET, z.n., o., des spinets, of van het spinet; meerv. spinetten. Verkleinw. spinetje. Een basterdwoord ontleend van het ital. spinetta. Zeker slag van klavier. Vorige Volgende