Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 568]
| |
Dirkz en Harman Harmans spijker. Wagenaar. Zamenstell.: korenspijker, zoutspijker, enz. Spijker, Kil. spijcker, hoogd. speicher, Ottfrid. spihir, Notk. spichar, is van eenen onzekeren oorsprong. |
|