Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 514]
| |
bruik, wel gebekt, wel ter taal, vaardig en vinnig in het spreken: zij schijnt mij vrij snebbig. Zij voegde mij dat heel snebbig toe. Van hier snebbigheid. |
|