een wever, liodsmider, een verzenmaker; want smider bekleedde oulings in het zweed. de plaats van smid. Intusschen wordt dit woord op zich zelf hedendaags niet, dan voor eenen ijzersmid, gebezigd: breng het naar den smid. Daer en wiert geen smit gevonden in den gantschen lande Israëls. Bijbelv. Zamenstell.: smidsbaas, smidsbak, smidshamer, smidskoolen, smidsoven, smidsstal, smidstang, smidswater, smidswerk, smidswinkel, enz. Ankersmid, goudsmid, grofsmid, hoefsmid, ijzersmid, nagelsmid, paardensmid, zilversmid, enz.
Smid, oul. smed, smede, neders. ook smid, Kil., zweed. smed, angels. en eng. smith, Zwabenspieg. smit, komt van smeden.