Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 482]
| |
pen. Verkleinw. sloopje. Het overkleedsel van een hoofdkussen; in welken zin het bij de vrouwen onzijdig is: ik wil er een schoon sloop omdoen. Zekerlijk verwant aan sloof, en slooue bij Kil. een bekleedsel, deksel. |
|