[Sleutelbloem]
SLEUTELBLOEM, z.n., vr., der, of van de sleutelbloem; meerv. sleutelbloemen. Verkleinw. sleutelbloempje. Van sleutel en bloem. Zeker slag van bloemen, in het lat. primula veris: de sleutelbloem draagt anders ook de namen van hemelsleutel, St. Pieterskruid, bakkruid, enz.