Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
(1807-1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 465]
| |
tje. Van slek en horen. Anders ook slakhoren, of slakhoorn. Een zeer uitgebreid geslacht van horenschelpen, die door slekken bewoond worden: tweesnijdende, gekielde, getorende, eivormige, genavelde, gebandeerde slekhorens. |
|