ver zij zich als dun, vlak en rond aan ons oog voordoen. Een' appel in schijven snijden. De schijven van een dambord. De schijf der knie: de schijven van de knien doen bloodt ligghen. Florian. Schijven, waarover snaren, of draden, of touwen loopen; van hier de spreekwijs: dat werk gaat, of loopt, over vele schijven, er worden vele personen toe vereischt, om dat werk zijn beslag te geven. Wijders: het loopt bijna over dezelfde schijven, het is bijkans van den zelfden aard. Gouden, zilveren, of andere stukken geld: zij heeft schijven, is wel van geld voorzien. Maer laet die rijcke zijn schijven blincken. Houw. Zamenstell: damschijf, glasschijf, kalfschijf, knieschijf, werpschijf enz.
Hoogd. scheibe, neders. shive, eng. shive. In het zweed. is skifva in dunne schijven snijden, en in het ijsl. skyfa deelen. In het pool. is skiba een stuk, en szyba eene glasschijf.