[Schaarstok]
SCHAARSTOK, z.n., m., des schaarstoks, of van den schaarstok; meerv. schaarstokken. Een dik en smal stuk hout, tot steviging van den overloop van een schip. Volgens Adelung beteekent dit woord in het hoogd. een stuk hout, dat van onderen tot bevestiging van den mast dient, en denzelven insluit; en zal hetzelve van den wortel schar, eene uitholing of verbinding beteekenende, af te leiden zijn.