[Rompslomp]
ROMPSLOMP, bijw. Slordig: wat komt hij daar rompslomp aanstappen! Hij werkt altijd even rompslomp. Ook wordt het zelfst. gebezigd, voor een boel, die overhoop ligt: het is daar altijd een regte rompslomp. Van romp, voor rompel, of rimpel, en slomp, dat is slodderig; gelijk de ouden slomphose zeiden, waarvoor wij slodderkous bezigen. Rompslomp is dan rimpelig en slodderig, het tegendeel van het, glad en effen.